Economen bepleiten goedkoper en effectiever klimaatbeleid
Economen bepleiten goedkoper en effectiever klimaatbeleid
Economen bepleiten goedkoper en effectiever klimaatbeleid
Economen bepleiten goedkoper en effectiever klimaatbeleid
Vandaag lanceren meer dan 70 economen, waaronder 60 hoogleraren van 10 universiteiten en economen van alle grote banken, een pleidooi voor een economie-brede, uniforme koolstofheffing (CO2-belasting). Zij stellen dat het ontwerp-klimaatakkoord zal leiden tot nodeloos hoge kosten en een gerede kans dat de gestelde doelen niet worden gehaald. Terecht let de Nederlandse politiek scherp op de betaalbaarheid van de energietransitie. Juist daarom is een effectieve en doelmatige aanpak noodzakelijk. Nederland kan een start maken met een CO2-belasting van 50 euro en zich hier vervolgens in internationaal verband ook sterk voor maken.
Op initiatief van Dirk Schoenmaker (hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam), Rens van Tilburg (directeur Sustainable Finance Lab aan de Universiteit Utrecht), Bas Jacobs (hoogleraar Erasmus Universiteit Rotterdam), Arnoud Boot (hoogleraar Universiteit van Amsterdam), Rick van der Ploeg (hoogleraar Oxford University), Jeroen van den Bergh (hoogleraar Vrije Universiteit en Universitat Autònoma de Barcelona) en Reyer Gerlagh (hoogleraar Tilburg University) hebben meer dan 70 economen een verklaring opgesteld waarin zij pleiten voor de invoering in Nederland van een CO2-heffing van 50 euro.
Als bewoners van een laaggelegen rivierendelta hebben Nederlanders er alle belang bij dat genoeg landen in beweging komen om klimaatverandering te beperken. Het is daarom verstandig dat dit kabinet heeft besloten de CO2-uitstoot van de Nederlandse economie te reduceren met 49% in 2030. Een forse maar haalbare opgave, mits we dit op een verstandige manier aanpakken.
Het eind december gepresenteerde ‘Ontwerp van het Klimaatakkoord’ stelt wat dat betreft teleur. De hierin gekozen route leidt tot nodeloos hoge kosten en een gerede kans dat we de gestelde doelen niet halen. Dit ondergraaft het draagvlak voor de energietransitie.
Als economen bepleiten wij daarom een economie-brede, uniforme koolstofheffing. Iedereen gaat daarbij evenveel voor zijn CO2-uitstoot betalen. Als de CO2-prijs gelijk is voor alle sectoren, worden emissiereducties zo goedkoop mogelijk gerealiseerd. Alle bedrijven behouden de vrijheid om zelf te bepalen welke maatregelen ze het beste kunnen nemen. Begin de koolstofheffing met 50 euro per ton CO2. En laat dat bedrag vervolgens elk jaar stijgen met twee à vijf procent per jaar (exclusief inflatiecorrectie). Zo’n prijspad is ruwweg noodzakelijk om aan de Parijse doelstellingen te kunnen voldoen.
De bedoeling van de koolstofbelasting is niet om de lasten voor bedrijven te verhogen, maar om de prijsprikkels voor CO2-uitstoot goed te krijgen. De opbrengst van de koolstofheffing kan daarom voor een beperkt deel worden gebruikt voor lastenverlichting voor de bedrijven die het grootste gevaar lopen dat buitenlandse concurrentie anders hun productie overnemen en voor subsidies voor onderzoek naar- en toepassing van -schone technologie.
De bedoeling van de koolstofbelasting is evenmin om de inkomensverschillen tussen huishoudens te vergroten. Daarom kan een gedeelte van de opbrengsten ook worden teruggesluisd om huishoudens te compenseren voor de stijgende energiekosten.
Met een koolstofheffing legt Nederland een bodemprijs in de markt. Bedrijven die vallen onder het Europese emissiehandelssysteem (ETS), betalen een lagere nationale heffing. Zo betaalt iedereen in Nederland evenveel voor zijn CO2-uitstoot. Stijgt de ETS-prijs, dan daalt voor deze bedrijven de heffing. Hierdoor krijgen alle Nederlandse bedrijven langdurige zekerheid over de prijs van hun CO2-uitstoot en kunnen zij tijdig hun verdienmodel aanpassen: energiezuiniger produceren en minder broeikasgassen uitstoten.
DNB becijferde onlangs dat een belasting op CO2-uitstoot van 50 euro per ton geen ernstige gevolgen heeft voor de concurrentiepositie van Nederland. Talloze landen om ons heen hebben ook al een CO2-heffing.
Nederland kan zich aansluiten bij deze landen in een ‘coalition of the willing’ en zich inzetten voor een aanscherping van het emissie handelssysteem (ETS) van de EU. Want hoewel landen individueel een start kunnen maken met een CO2-heffing, om een voldoende hoge en geharmoniseerde heffing te realiseren is het van belang dat uiteindelijk vrijwel alle landen meedoen. Uiteindelijk kan de koolstofheffing onderdeel worden van een post-Parijs klimaatverdrag.
Het is nu aan de Nederlandse politiek. Terecht wijzen politici op het belang van maatschappelijk draagvlak voor de energietransitie. Juist daarom dienen we de energietransitie zo doelmatig mogelijk te realiseren. Dat vereist dat alle sectoren, ook de industrie en landbouw, een prijs gaan betalen voor hun CO2-uitstoot. Amendering van het ontwerpakkoord met een CO2-heffing is hard nodig. Laat de markt zijn werk doen en geef CO2-vervuiling de prijs die het verdient.