Ethenea: Statistieken en andere onwaarheden – Vraagtekens bij groeicijfers VS
Ethenea: Statistieken en andere onwaarheden – Vraagtekens bij groeicijfers VS
Door het Portfolio Management Team, ETHENEA Independent Investors S.A.
De uitdrukking: “Vertrouw geen enkele statistiek die je niet zelf hebt vervalst!” wordt vaak gebruikt bij de economische cijfers uit de Volksrepubliek China. Dit keer hebben we vragen bij de cijfers uit de Verenigde Staten van Amerika.
Op 26 april publiceerde de VS een eerste schatting van zijn economische groei voor het eerste kwartaal van 2019: 3,2%. Vreemd genoeg blijkt dit cijfer maar liefst 0,9% hoger te liggen dan de consensusschatting van de economen van Wall Street, 0,5% hoger dan die van het GDPNow-model van de Atlanta Fed en zelfs bijna 1,8% hoger dan die van de New York Fed! Het is al vaker voorgekomen dat de eerste schatting van de bbp-groei later sterk bijgesteld werd. Er is maar één reden waarom de kapitaalmarkt nog op dergelijke cijfers reageert: er is niets beters!
Maar hoe zit het nu met de bbp-groei in het eerste kwartaal van dit jaar? Wanneer wij de ontwikkeling van het bruto binnenlands product van de VS op basis van de bestedingen bestuderen, vallen twee dingen op. Ten eerste lijkt de groei in het eerste kwartaal vaak lager uit te vallen dan in de overige kwartalen. En ten tweede bevinden de voorraden zich vaak in zowel het positieve als het negatieve gebied.
Voorraadvorming onderhevig aan seizoensinvloeden
Laten we met de voorraadvorming beginnen. Dit is geen rechtstreekse schattingswaarde. Er loopt geen werknemer van het bureau voor de statistiek door de magazijnen van de bedrijven om een inventaris van de voorraden op te maken. Dit cijfer is een zogeheten restwaarde, die rekenkundig wordt bepaald: het verschil tussen wat er is en wat er zou moeten zijn, is de voorraad.
Uit cijfers over het eerste kwartaal blijkt dat de voorraad met 0,7% gegroeid is, wat neerkomt op 32 miljard dollar aan bijkomende voorraden. Maar je kunt alleen voorraad hebben van wat vooraf geproduceerd of geïmporteerd is. Wat blijkt? De Amerikaanse centrale bank heeft gemeld dat de industriële productie in het eerste kwartaal 2019 met 0,3% was gedaald. In het bericht over het bbp zelf wordt gesproken over een daling van de import met -3,7%. Als er niet extra is geproduceerd of geïmporteerd, waar komen dan de bovengenoemde 32 miljard dollar vandaan?
Een oorzaak zou een duidelijke daling van de consumentenuitgaven kunnen zijn. Dit is echter onwaarschijnlijk, aangezien de andere schattingen niet in die richting wijzen. Mocht de particuliere consumptie toch zo sterk gekrompen zijn, dan is dat zeker geen goed teken voor de toestand van de Amerikaanse groei, aangezien die in hoge mate afhankelijk is van de consumentenuitgaven.
De werkelijke oorzaak ligt vermoedelijk ergens anders. Zoals eerder gezegd is de groei in zekere mate onderhevig aan seizoensinvloeden. In het eerste kwartaal van een jaar liggen de groeicijfers vaak een stuk lager dan in de andere kwartalen. Nu zijn de cijfers die het Amerikaanse bureau voor de statistiek ons verstrekt, al gecorrigeerd voor het desbetreffende seizoen. Dat betekent dat er geprobeerd werd om de extreme waarden die het gevolg zijn van weersomstandigheden of feestdagen er door middel van bepaalde rekenkundige methoden uit te filteren. En daar wringt het schoentje. Vermoedelijk zijn de rekenmethoden aangepast om de seizoenscorrectie te verbeteren, wat ze echter niet aan de andere betrokkenen hebben doorgegeven. Daardoor wijken de andere schattingen zo sterk af van het officiële cijfer, namelijk 3,2%.
We willen onze lezers op het hart drukken dit groeicijfer scherp in de gaten te houden. Wij zijn er sterk van overtuigd dat de markt nog duidelijke herzieningen tegemoet kan zien.
Huizenmarkt gevoelig voor hypotheekrente
Een beter beeld van de toestand van de Amerikaanse economie, die zo belangrijk is voor de wereldeconomie, krijgen we misschien via de huizenmarkt. Deze kan als barometer dienen voor de belangrijke Amerikaanse consument. Voor nieuwbouw schijnt de terugval die in de zomer van 2018 begon, voorbij te zijn, terwijl de verkoop van bestaande woningen sinds ruim een jaar een dalende trend vertoont.
De index van de projectontwikkelaars, die op dezelfde manier wordt samengesteld als de bekende inkoopmanagersindices, duidt met een waarde van meer dan 50 op positieve vooruitzichten. Een domper op de vreugde is echter de duidelijke inzinking in de tweede helft van 2018, die nog maar gedeeltelijk ingehaald is. De waarschijnlijke oorzaak is de stijging van de hypotheekrentes in de tweede helft van het jaar als gevolg van de stijging van de rentes op langlopende Amerikaanse staatsobligaties tot ruim 3,2 %. Dat leidde tot een aanhoudende daling van de hypotheekaanvragen. Het aantal hypotheekaanvragen is echter weer flink gestegen sinds de rentes vanaf begin 2019 weer gedaald zijn!
Juist deze laatste reactie maakt naar onze mening duidelijk hoe rentegevoelig dit deel van de markt is. Als je dan een beetje doordenkt, wordt duidelijk dat de hele Amerikaanse economie bijzonder rentegevoelig is.
De Amerikaanse economie staat er momenteel beter voor dan zes maanden geleden. Wij zetten wel vraagtekens bij het cijfer voor het eerste kwartaal van 2019, maar dat doet weinig aan het positieve totaalbeeld, dat echter in hoge mate afhankelijk is van de rentestand. Daarom denken wij dat de Amerikaanse centrale bank zeer terughoudend zal zijn om een renteverhoging als monetair instrument in te zetten om de inflatie te bestrijden. Anders bestaat het gevaar dat het spreekwoordelijke kind met het badwater wordt weggegooid.
We kunnen ons bijgevolg maar beter instellen op vele maanden waarin de rente in de VS eerder zal dalen dan stijgen, wat ons uiteraard ook niet euforisch stemt over de obligatierendementen in de eurozone.