VCP vraagt aandacht arbeidsrechtelijke gevolgen bevriezen AOW
VCP vraagt aandacht arbeidsrechtelijke gevolgen bevriezen AOW
De minder snelle verhoging van de AOW-leeftijd kan betekenen dat mensen hun aanvullend pensioen eerder zullen moeten aanspreken. De VCP wil daarom aandacht vragen voor de arbeidsrechtelijke gevolgen van de afspraken die in het pensioenakkoord over de AOW zijn gemaakt. De VCP dringt aan op maatwerk, zodat werknemers van hun werkgevers de ruimte houden om eventueel toch later met pensioen te gaan. “Wij roepen werknemers op hierover het gesprek aan te gaan met hun baas”, zegt VCP-beleidsmedewerker Klaartje de Boer. Vanavond zal de Eerste Kamer stemmen over de afspraken over de temporisering van de AOW.
Aanvullend pensioen
Door de temporisering van de AOW-leeftijd ontvangen circa 165.000 tot 220.000 mensen per jaar in de periode 2020-2024 eerder een AOW-uitkering. Dit is goed nieuws, maar het aanvullend pensioen sluit hier niet automatisch op aan. Deze mensen zullen moeten bekijken wat dit betekent voor hun individuele financiële situatie en ze zullen hier hun financiële planning op moeten aanpassen. De VCP maakt zich met name zorgen over mensen met een gemiddeld of hoger aanvullend pensioen, omdat de effecten daar groter zijn. Deelnemers kunnen hun vakbond vragen wat er in de cao of pensioenregeling is afgesproken.
CAO
De verhoging van de AOW-leeftijd wordt in etappes vertraagd. In september zou de AOW-leeftijd stijgen naar 66 jaar en 8 maanden, maar dat blijft door de bevriezing 66 jaar en 4 maanden. Het kan zijn dat een werknemer eerder moet stoppen met werken omdat dat in zijn CAO zo is afgesproken. “Dat betekent dus dat hij in sommige gevallen een deel van zijn aanvullend pensioen naar voren moet halen om de vier maanden eerder AOW te overbruggen”, aldus De Boer. “Een jaar eerder aanvullend pensioen opnemen scheelt al snel 6 a 7%, dus vier maanden eerder ophouden betekent enkele procenten lager pensioen levenslang.”
Doorwerken na AOW-leeftijd
Werknemers die eerder worden geconfronteerd met ontslag, worden geadviseerd om tijdig het gesprek aan te gaan met de werkgever om tot een oplossing te komen. Er zijn mogelijkheden om na het bereiken van de AOW-leeftijd te blijven werken bij de werkgever met een nieuwe arbeidsovereenkomst. Het normale ontslagrecht is dan van toepassing, maar er gelden wel andere regels, zoals een verkorte loondoorbetalingsperiode bij ziekte van 13 weken. Werknemers zijn dan niet meer verzekerd tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid en er geldt een langere ketenregeling (meerdere tijdelijke contracten). Ook is het in sommige gevallen mogelijk om het pensioenontslagbeding uit de arbeidsovereenkomst te schrappen, mits de cao dit toelaat.
VCP roept werkgevers op ruimte te bieden voor passende afspraken
De VCP vindt het belangrijk dat er een oplossing komt voor werknemers die zich niet voldoende hebben kunnen voorbereiden op een eerder ontslag. Zij verzoekt werkgevers deze groep ruimte te geven voor passende afspraken. Dit kan bijvoorbeeld door mensen toch tot 66 jaar en 8 maanden door te laten werken, zodat zij hun aanvullend pensioen niet extra vervroegd hoeven aan te spreken of wellicht kunnen werkgevers deze werknemers tijdelijk een extra financiële ondersteuning geven. De VCP zal dit probleem signaleren in de Stichting van de Arbeid om samen met werkgevers hier centraal aandacht voor te vragen bij de decentrale partijen en oplossingen te onderzoeken.