Robeco: Wereldwijde economie trekt eind 2019 weer aan
Robeco: Wereldwijde economie trekt eind 2019 weer aan
De wereldwijde economie bevindt zich niet aan het einde van de cyclus, en trekt vermoedelijk richting het einde van het jaar weer aan. Dat schrijft Peter van der Welle, strateeg bij vermogensbeheer Robeco, in de maandelijkse Outlook.
Volgens Van der Welle is er sprake van een midcyclische vertraging van de economie, veroorzaakt door de tegenvallende resultaten van de industriële sector en onzekerheid over economisch beleid.
Vertragingen in het midden van economische cycli worden doorgaans gekenmerkt door een verlaging van voorraden bij bedrijven, die verwachten dat de vraag naar hun goederen daalt. Van der Welle ziet een vergelijking met de jaren 1995 en 2016, toen de economie eveneens midcyclische vertragingen vertoonde. Destijds lagen de verhoudingen tussen voorraad en verkoop op vergelijkbare niveaus, respectievelijk op 1,44 en 1,47. De voorraad/verkoopverhouding lag eind augustus 2019 op 1,45.
Deze overeenkomsten zijn weliswaar veelbelovend, stelt Van der Welle, in het verleden is het voorgekomen dat - ondanks dergelijke verhoudingen - de economische groei stokte. Daardoor is de voorraad/verkoopverhouding niet voldoende om aan te tonen of de wereldwijde economie zich halverwege of aan het einde van de cyclus bevindt.
De recent omgekeerde rentecurve, een fenomeen dat doorgaans 18 maanden voor een recessie plaatsvindt, voorspelt volgens Van der Welle weinig goeds. De strateeg benadrukt echter dat economen in het verleden geen goede voorspellers van het tijdstip van een recessie waren. “De meeste economen zijn het erover eens dat de huidige inversie van de Amerikaanse yield curve een voorteken is voor een recessie die over zo’n 18 maanden gaat plaatsvinden. Dat zou betekenen dat we inderdaad laatcyclisch zijn”, zegt hij. “Maar onderzoek van het IMF heeft aangetoond dat het statistisch maar zelden voorkomt dat economen een recessie correct voorspellen, namelijk maar vijf van de 153 keer. Afgaande op de laatste twee conjunctuurcycli vóór die waar we nu in zitten, lijkt de periode tussen inversie en recessie veel langer te zijn geworden dan 18 maanden, namelijk 29 maanden na de inversie in 2005 en 33 maanden na de inversie in 1998.”
Van der Welle constateert dat de industriële sector reeds krimpt, de Amerikaanse dienstensector toont zich desalniettemin veerkrachtig. “Je kunt je moeilijk een recessie voorstellen in de VS zonder dat de dienstensector op het punt staat aan een duidelijke krimp te beginnen.”
Ook Amerikaanse rentestanden, resultaat van het verkrappingsbeleid dat de Fed in 2015 begon, hebben volgens Robeco nog niet het effect waarbij ze de Amerikaanse economie tot stilstand brengen. “De VS heeft nog nooit een recessie meegemaakt zonder dat de reële rente minimaal 2% boven de langdurige rentetrend lag (op dit moment is dat 0,96). Met andere woorden, de reële rente die het resultaat is van de verkrappingscyclus van de Fed die begon in december 2015, is waarschijnlijk nog niet repressief genoeg om de Amerikaanse economie tot stilstand te brengen.”
“Kortom, als deze vertraging werkelijk behoort tot de midcyclische variant, en dat denken wij, dan zijn de risico's voor aandelen een stuk kleiner”, concludeert Van der Welle. “Natuurlijk blijven we wel op onze hoede, want deze midcyclische vertraging beschikt zelf ook nog over enig momentum. Voor nu blijven we onderwogen en wachten we de kans af waarop we voor de rest van het jaar weer een overweging kunnen nemen in wereldwijde aandelen.”