DWS: Inverse yieldcurve dit keer anders dan anders
DWS: Inverse yieldcurve dit keer anders dan anders
Door Stefan Kreuzkamp, Chief Investment Officer bij DWS
Het aantal macro-indicatoren die zwaar economisch weer voorspellen is groot. De signalen die de obligatiemarkt afgeeft zijn zorgwekkend en politieke risico’s nemen toe. "Wij zijn op onze hoede", zegt Stefan Kreuzkamp, Chief Investment Officer van vermogensbeheerder DWS in zijn brief aan beleggers.
“De Amerikaanse Fed is zenuwachtig en is voor de zekerheid begonnen aan preventieve renteverlagingen, de zogenaamde ‘insurance cuts’. De ECB gaat morgen waarschijnlijk over tot een heel nieuw pakket aan monetaire maatregelen en roept de regeringen opnieuw op om hun begrotingen op orde te krijgen. Wat ook een beetje nerveus maakt, zijn de nare haperende geluiden die de maakindustrie produceert vlak voordat de economische motor tot stilstand komt. De gehele economische situatie is er niet een om over naar huis te schrijven en zaait net zoveel verwarring als de geluiden die uit het Witte Huis komen. Zo eist Trump goedkoper geld van de Fed terwijl hij hoog van de toren blaast over de bloeiende economie”, zegt Kreuzkamp.
Hij vervolgt: “Daarnaast hoeven beleggers niet diep in hun geheugen te graven om kostbare fouten uit het verleden op te diepen. Degene die de signalen serieus namen en snel tot verkoop van hun aandelen overgingen hebben achter het net gevist, want sinds 2009 bleek elke terugval op de aandelenmarkten een korte pauze in de standvastige rally. Hierdoor zijn marktvorsers voorzichter geworden met het voorspellen van een serieuze economische dip waarbij de werkloosheid voor langer tijd hoog is en er sprake is van overcapaciteit en durven zeker niet te stellen dat de bull market voorbij is.”
De zorgwekkende kloof tussen de nog goed draaiende economie en de nerveuze stemming in de VS blijkt het meest uit de yieldcurve. Half augustus was de Amerikaanse 10-jaars rente lager dan de 2-jaars rente. Met andere woorden, de spread tussen die twee zakte voor de eerste keer sinds 2007 in de min. Sinds 1956 is dit negen keer eerder voorgekomen; een recessie volgde toen steeds binnen twee jaar. “Dit keer zijn we minder overtuigd dat een Amerikaanse recessie ophanden is. De economische, politieke, monetaire, technische en demografische factoren die de vorige inverse yieldcurve aanwakkerde waren elke keer anders. De huidige inversie is een weerspiegeling van uitzonderlijk ongebruikelijke omstandigheden”, stelt Kreuzkamp in zijn brief.
“Zo verstoren centrale banken de financiële markten door hun aanhoudende onorthodoxe monetair beleid zoals QE en negatieve rentes. Resultaat hiervan is dat wereldwijd 16.000 miljard dollar aan obligaties zich nu in de min begeven. Dat is de helft van alle investment grade obligaties buiten de VS. Hierdoor is er druk ontstaan op de lange rente in de VS, waardoor de voorspellende werking van de yieldcurve afneemt. Daarnaast zijn de twee grootste economieën ter wereld in een lopengravenoorlog verwikkeld. Dat heeft gevolgen voor onder andere Australische grondstoffenexporteurs, Europese autoproducenten en Amerikaanse mobiele telefoonmakers”, schrijft de CIO aan beleggers.
Zorgwekkend is volgens Kreuzkamp ook de roekeloosheid waarmee veel landen, en vooral de VS, hun staatsschuld ophogen en de toename van het aantal populistische regeringen die protectionisme aanhangen. Hoe dit soort regeringen zullen reageren op economisch zwaarder weer is ook iets waar Kreuzkamp niet gerust op is.
“Genoeg zaken dus om ons zorgen over te maken op de middellange termijn maar dat betekent niet dat er onmiddellijk een crisis in de maak is. Er zijn genoeg positieve macro-data, die de lengte van de economische opleving benadrukken. De gestage groei van de dienstensector, die niets te maken heeft met inventarissen en intensieve kapitaalinvesteringscycli zoals in de maakindustrie, is een van de redenen. De goede arbeidsmarktomstandigheden zetten consumenten aan om geld uit te geven. De positieve kant van de huidige economische vertraging is dat het risico op een oververhitting daalt en dat centrale banken hun beleid versoepelen”, schrijft Kreuzkamp.
“Voor onze beleggingskeuzes vormt dit echter een dilemma. Het is misschien dan wel verleidelijk om terug te keren naar risicovollere assets, zeker omdat we het komend jaar geen verdere vertraging op het wereldeconomisch landschap bespeuren, maar de zorgwekkende signalen die de obligatiemarkten afgeven mogen niet helemaal genegeerd worden.We blijven dan ook terughoudend. We zien lage een-cijferige rendementen op aandelen, die vooral van dividenden moeten komen. We hebben op dit moment ook geen echte voorkeur voor bepaalde regio’s. Op de middellangetermijn lijken Amerikaanse beursfondsen de rest van het bedrijfsleven naar de kroon te steken. Dat doen ze eigenlijk al tien jaar, maar dat maakt ze ook kwetsbaar als het iets minder gaat. We vinden het niet verstandig om alleen op aandelen te focussen omdat de alternatieven er nou eenmaal minder gunstig bij afsteken. Nu de centrale banken bijna geen positieve verrassingen meer hebben om uit hun hoed te toveren, denken we dat alleen een brede verbetering van de macro-economische cijfers de koersen van aandelen weer kan opdrijven”, schrijft Kreuzkamp.
“Voor obligaties hebben we onze prognose voor yields naar beneden bijgesteld ten opzichte van vorig kwartaal en we sluiten verder dalende yields niet uit. Toch verwachten we dat de rentes de komende 12 maanden licht zullen stijgen. Op dit moment hebben obligatiebeleggers geen andere keus dan hun geld te steken in assets die nog steeds positieve yields genereren tegen een aanvaardbaar risico, zoals investment grade bedrijfsobligaties, langlopende Amerikaanse staatsobligaties en sommige obligaties uit opkomende landen”, aldus de beleggingsstrateeg in zijn brief.
Hij sluit zijn brief af met: “Ondanks alle politieke risico’s verwachten we geen scheefgroei tussen de belangrijkste valuta's. We houden vast aan onze 12-maanden prognose van een euro op 1,15 dollar. Mochten beleggers risico's wat meer uit de weg gaan dan zien we de yen duurder worden vanwege zijn reputatie als veilige haven. Ook het Britse pond zou in waarde kunnen toenemen als een wanordelijke Brexit wordt afgewend, waar we trouwens wel van uitgaan. De olieprijs zal niet echt van zijn plaats komen en de goudrally zal aanhouden, alhoewel minder krachtig.”