WTW: Pensioenstelsel moet veranderd worden, vindt meerderheid werkgevers en werknemers
WTW: Pensioenstelsel moet veranderd worden, vindt meerderheid werkgevers en werknemers
Bijna driekwart van de werkgevers en iets meer dan de helft van de werknemers vindt dat het pensioenstelsel veranderd moet worden. Dit is meer dan vijf jaar geleden en daarmee zien we een verschuiving naar het erkennen van de behoefte aan verandering. Werkgevers geven ook aan dat de betaalbaarheid, de transparantie en de evenwichtigheid van het stelsel verbeterd moet worden.
Dit blijkt uit onderzoek van WTW, een wereldwijd adviesbureau, dat voordat het wetsvoorstel voor de Wet toekomst pensioenen dat gisteren werd gepubliceerd is uitgevoerd.
Werkgevers onderschatten de veranderbereidheid onder werknemers
Werkgevers verwachten dat de veranderingen positief zijn voor de toekomstbestendigheid van het stelsel, en dat het systeem eerlijker wordt. Toch verwacht maar ongeveer een derde dat de betrokkenheid van werknemers daarmee zal verbeteren. Zelfs maar één op de vijf werkgevers verwacht dat de veranderingen de perceptie van werknemers over hun pensioen gunstig zal beïnvloeden. Dat terwijl werknemers zelf in meerderheid aangeven verandering van het stelsel nodig te vinden. Dit zou er op kunnen wijzen dat werkgevers nog onvoldoende zicht hebben op de voorkeuren van hun medewerkers.
Voorkeur flexibele regeling
Werkgevers met premieovereenkomsten neigen in grote meerderheid naar de flexibele regeling, maar werkgevers met uitkeringsovereenkomsten zijn verdeeld. De flexibele premieregeling is te beschouwen als een doorontwikkelde variant van de huidige premieovereenkomst. Het is te verwachten dat bijna alle werkgevers die nu een premieovereenkomst hebben, willen overgaan naar de flexibele regeling.
Werkgevers met uitkeringsovereenkomst zijn, voor zover ze een voorkeur hebben bepaald, gelijk verdeeld over de solidaire en de flexibele premieregeling. Bijna de helft van deze groep heeft nog geen uitgesproken voorkeur. De flexibele premieregeling biedt op de pensioenleeftijd de keuzemogelijkheid tussen een vaste en een variabele uitkering. Onder oude werknemers geeft ruim de helft aan voorkeur te hebben voor de vaste uitkering, en onder laagverdienende oudere werknemers is dat percentage zelfs nog hoger.
Handhaven stijgende premie of over op vlakke premie?
Voor werkgevers met premieovereenkomst die overgaan naar de flexibele premieregeling ontstaat de mogelijkheid om een leeftijdsafhankelijke premie te handhaven voor werknemers op het transitiemoment. Een vijfde van de werkgevers met een premieovereenkomst geeft aan direct over te gaan op een vlakke premie voor alle werknemers. Een op de vijf moet daar nog een keuze in maken, en drie op de vijf geeft aan te verwachten een progressieve premie te willen voortzetten voor huidige werknemers.
Willem Eikelboom, Senior consultant bij WTW Nederland, zegt: “Deze uitkomst is opmerkelijk. Hoewel het handhaven van een progressieve premie in eerste instantie aantrekkelijk klinkt, is mijn ervaring dat sociale partners bij nadere afweging regelmatig concluderen dat overgang op een vlakke premie te verkiezen is.”
Transitiemoment
Van de werkgevers met uitkeringsovereenkomsten wil twee derde in 2025 of eerder overgaan naar het nieuwe stelsel, terwijl het uiterste moment om dat te doen twee jaar later is. Slechts één op de zes wil wachten tot het laatste moment. Onder werkgevers met premieovereenkomsten is het beeld anders. Hier neigt een deel van de werkgevers ertoe om de overgang uit te stellen richting het einde van de toegestane transitieperiode. Hoewel wetgeving dit niet in de weg staat, bestaat het risico dat de marktcapaciteit in die jaren in het geding komt als dat in al te grote getalen gebeurt.
Flexibele arbeidsvoorwaarden
De verandering van het pensioenakkoord geeft ook reden in bredere zin naar de arbeidsvoorwaarden te kijken. Niet alleen als eventuele compensatiebron, maar ook ter modernisering ervan, nu de pensioenverandering daarvoor mogelijk momentum geeft. Bijna een kwart van de grotere werkgevers verwacht minder aan pensioen te gaan betalen, terwijl een derde van diezelfde grotere werkgevers denkt salarissen te zullen verhogen. Een op de vijf werkgevers verwacht het budget voor flexibele arbeidsvoorwaarden te zullen verruimen.
En verder
Andere inzichten uit het onderzoek gaan over keuzemogelijkheden die in het nieuwe stelsel zullen ontstaan en de voorkeuren van werknemers daarin. Vooral de keuzemogelijkheid om op de pensioendatum een bedrag ineens uit te keren kan op veel bijval rekenen, waarbij werkgevers overigens nog positiever zijn dan werknemers.
De verruiming van de keuzes betekent ook dat er verantwoordelijkheden ontstaan voor de werkgever om daarin begeleiding te bieden. Maar liefst drie kwart van de werkgevers onderkent die verantwoordelijkheid, mede omdat ze verwachten dat werknemers moeite zullen hebben om met de keuzemogelijkheden om te gaan.
Wichert Hoekert, Senior consultant bij WTW Nederland, stelt: “Het heeft er alle schijn van dat werkgevers onderkennen wat de pensioenveranderingen op termijn voor ze zal betekenen: de betrokkenheid van de werkgevers op het gebied van financiering wordt verder teruggebracht. Maar daarvoor in de plaats komt een faciliterende rol in de begeleiding van de werknemer bij te maken keuzes, niet alleen binnen het pensioendomein maar ook in bredere zin als het gaat om de financiële planning.”
Over het onderzoek
In de eerste maanden van 2022 heeft WTW twee onderzoeken uitgevoerd in Nederland gericht op de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel; één onderzoek onder werkgevers, en één onder werknemers. Deze laatste is de Global Benefits Attitude Survey die om het jaar wordt uitgevoerd. Aan het werkgeversonderzoek deden 100 werkgevers mee met in totaal ongeveer 400.000 werknemers. Aan het werknemersonderzoek namen zo’n 1.000 medewerkers deel van middelgrote en grote ondernemingen in Nederland.