Pensioenfederatie: Communicatie steeds belangrijker
Pensioenfederatie: Communicatie steeds belangrijker
Communicatie steeds belangrijker bij pensioenveranderingen. Pensioenfederatie wil meer aandacht voor die rond actuele risico’s, waar nog veel verschillen zijn.
‘Goed dat de Ombudsman Pensioenen in het nieuwste jaarverslag vaststelt dat pensioenfondsen en -uitvoerders de menselijke maat een grote rol geven, bij afhandeling van klachten en schrijnende gevallen. Dat herkennen we. We zijn van de menselijke maat en dat blijkt al uit onze doelstelling: we voorzien in een oude dag, we zorgen voor nabestaanden en we beleggen het geld goed. We leggen dus ook nauwkeurig vast wie waar recht op heeft en waarom. Dat kan juridisch klinken, maar dit hoort bij ‘goed huisvaderschap’. Dat doen we overigens niet voor onszelf, maar voor onze deelnemers.’ zo reageerde Ger Jaarsma, Voorzitter van de Pensioenfederatie op het verslag van de Ombudsman Pensioenen over 2023, tijdens de presentatie daarvan eerder deze week.
Terugkijkend op 2023 benoemde de Ombudsman Pensioenen ook de communicatie met bijna-gepensioneerden, in een jaar waarin uitzonderlijke, plotselinge en grote rentestijgingen zorgden voor achterhaalde berekeningen, zoals bij afkoopbedragen voor kleine pensioenen. Deelnemers kregen dan uiteindelijk een lager, eenmalig bedrag dan voorlopig was berekend. De teleurstellingen daarover zorgden voor meer klachten bij de ombudsman.
Jaarsma: ‘Communicatie daarover is heel belangrijk, dat zijn we van harte eens met de Ombudsman Pensioenen. Dat blijft gelden, nu de pensioenfondsen werken aan de invoering van de nieuwe pensioenwet (Wtp). In die nieuwe wereld kan pensioen beweeglijker worden. Dat heeft snel mooie effecten als de economie goed draait. Negatieve schommelingen worden verspreid over tien jaar, zodat het effect zo veel mogelijk verzacht wordt. Toch is er straks meer beweging, omlaag of omhoog. Communicatie is daarom steeds belangrijker.
We pakken diverse aanbevelingen uit dit jaarverslag op, zoals over communicatie rond actuele risico’s, waarin we nu nog veel verschillen zien. Andere zaken lopen al. Zo werken we al met de sector aan handreikingen voor communicatie rond eerder, c.q. later met pensioen gaan. Onze servicedocumenten worden ook goed gebruikt, mooi dat de Ombudsman Pensioenen daar oog voor heeft.
Iets heel anders is een goede rolverdeling. Als fondsen communiceren wij met onze deelnemers over zaken die bínnen de pensioenregeling vallen. Dat geldt duidelijk niet voor een AOW-toeslag. Of bij afspraken tussen werkgever en werknemer bij werkloosheid en ziekte. De Ombudsman Pensioenen illustreert dat met één van de gevallen. Daarin maken werknemers uiteindelijk eigen keuzes en afspraken. Die staan helemaal los van hun pensioenfonds. Dus als die afspraken nadelig uitpakken, is het is natuurlijk onbillijk om een pensioenfonds dat te laten compenseren. We willen en mógen dat niet doen met geld dat door andere deelnemers aan het fonds toevertrouwd is. Want dat zou geen ‘goed huisvaderschap’ zijn.’