Column Peter Verleun: Het nieuwe hypotheeklandschap
Column Peter Verleun: Het nieuwe hypotheeklandschap
Nederlandse pensioenfondsen beleggen steeds meer in hypotheken. Waar een paar jaar geleden nog meer dan 80% van de hypotheken verstrekt werd door grote banken, zien we dat sinds 2013 de niet-bancaire hypotheekverstrekkers hard groeien.
Inmiddels zijn de drie grootbanken nog maar goed voor ongeveer 50% van de markt. Hypotheekverstrekkers die samenwerken met pensioenfondsen en verzekeraars,
hebben een steeds groter marktaandeel verworven. Door banken wordt dit nog wel eens afgedaan als een tijdelijk fenomeen en oneigenlijke concurrentie. Graag belicht ik hier een misverstand rond het verschil tussen banken en ‘beleggers’.
Voor pensioenfondsen en levensverzekeraars ligt het voor de hand dat ze hun langlopende verplichtingen investeren in langlopende beleggingen. De Nederlandse hypotheekmarkt leent zich daar goed voor. De consument is een trouwe betaler gebleken, ook in de crisisjaren, en de overheid heeft met de verlaging van de maximale hypotheek en de aflosverplichting het systeem een stuk steviger gemaakt. Daarnaast bieden beleggingen in hypotheken een rendement dat positief afsteekt bij beleggingen in langlopende staatsobligaties.
Banken worden met name gefinancierd met spaarrekeningen. Spaargeld is dagelijks opneembaar, maar wordt door banken omgezet in hypotheken die een vaste rente hebben van 10 tot 30 jaar. Daarbij gebruiken banken het hypotheekboek vaak om een mismatch op te zetten door de hypotheken bewust wat te kort te financieren. Zo profiteren ze van de marge tussen de korte en de lange rente. Kritische geesten van ALM-afdelingen stellen vaak dat je geen hypotheekboek nodig hebt om aan zo’n mismatch te verdienen.
Bij vrijwel alle banken die in Nederland in de problemen zijn gekomen, was er sprake van liquiditeitsproblemen. Het is dan ook niet meer dan logisch dat de mismatch tussen het direct opeisbare spaargeld en de 30 jaar lopende hypotheek bij de banken leidt tot het aanhouden van degelijke reserves en de daarmee gepaard gaande kosten. Die mismatch is er nou eenmaal niet als pensioenfondsen en levensverzekeraars in hypotheken beleggen.
Banken roepen vaak dat andere partijen niet dezelfde kapitaalseisen hebben, op een toon alsof dat allemaal oneerlijk zou zijn. Maar de Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen staan onder toezicht van dezelfde DNB. Het achterliggende businessmodel en de daarmee beschikbare financiering van hypotheken is echter dermate anders, dat het niet verwonderlijk is dat er andere eisen gesteld worden. Het is eerder een anomalie dat bij een van onze grootbanken 59% van de balans bestaat uit Nederlandse woninghypotheken. Met zo’n deel van de balans in één enkel product in één enkel land zijn zij eigenlijk zwaar overwogen. Dat geldt zowel voor het geconcentreerde kredietrisico als voor het verdienmodel.
Ook in de recent verschenen brief over de Volksbank schrijft de minister dat het bedrijfsmodel zich richt op de producten betalen, sparen en het aanbieden van hypotheken in de Nederlandse markt. Als we betalen als nutsfunctie zien, blijft kort inlenen en lang wegzetten in hypotheken over. Als daar concurrentie ontstaat, dwingt dat banken om eens grondig na te denken over hun bestaansrecht. In plaats van paniekerig op een nieuwe toetreder te reageren, zouden banken zich bijvoorbeeld meer kunnen gaan richten op kortlopende bedrijfsfinancieringen
of andere kredieten die beter bij hun verplichtingen passen.
Peter Verleun, Sales Manager bij DMFCO