Column Bob Homan: Monetaire financiering?
Column Bob Homan: Monetaire financiering?
Door Bob Homan
Een jaar geleden schreef ik over de opkomst van de zogenoemde moderne monetaire theorie. Deze theorie komt erop neer dat nationale overheden vrijwel onbeperkt kapitaal kunnen lenen. Enige beperkingen zijn oplopende inflatie en zelfopgelegde normen.
De conclusie een jaar geleden was dat de belangstelling voor de theorie betekent dat ook de politiek dit ontdekt. Dat er de komende jaren, zeker in fases met zwakkere economische groei (of recessie) wat makkelijker geld uitgegeven wordt door overheden. Ook als hier geen directe belastinginkomsten tegenover staan. En dat beleggers, inmiddels ook bekend met deze theorie, dit in eerste instantie zullen accepteren zonder dat ze een hogere rente vragen.
Nu is het zover
Inmiddels is het zover, overheden geven − in mijn ogen zeer terecht − vanwege het coronavirus heel veel extra geld uit terwijl de belastinginkomsten dalen. Niemand lijkt zich vooralsnog druk te maken over het terugbetalen. De theorie is praktijk geworden. Inmiddels houden beleidsmakers en economen zich vooral bezig met de vraag, of centrale banken die overheidsschulden kopen, monetaire financiering bedrijven. Want dat zou echt niet kunnen en mogen.
Pas ‘monetaire financiering’ bij blijvend effect
Maar is het opkopen van staatsobligaties door de centrale bank nu monetaire financiering? Mijn idee is dat dit nog niet valt te zeggen: dat hangt af van de toekomstige acties van de centrale banken. Gaat het namelijk om tijdelijk opkopen, om na deze periode deze liquiditeit weer uit de markt te halen? Dan blijft het de inmiddels normale ‘kwantitatieve verruiming’, de stimulering die we kennen uit de financiële crisis. Maar gaat het om blijvend opkopen, dan is het monetaire financiering. Belangrijk voor de financiële markten is de vraag, of de hogere schulden van overheden en het ruim-geldbeleid van de centrale banken gaan leiden tot hogere rentes en oplopende inflatie.
Blijft het beleid gelijk in de verschillende blokken?
De komende tijd verwacht ik geen sterk stijgende rentes. De oplopende overheidsschuld wordt makkelijk opgenomen door de centrale banken die grootscheeps in de markt zitten en ook door beleggers zoals pensioenfondsen, die op zoek zijn naar (verondersteld) risicovrije leningen. Zolang overal in de wereld hetzelfde centralebankbeleid wordt gevoerd, blijven de voorheen als minst risicovol beoordeelde leningen in de belangrijke economische blokken (dollar, euro, yen) onverminderd de meest veilige − en dus even aantrekkelijk. Maar dat wordt heel anders als er sprake is van afwijkend beleid tussen de blokken, waarbij het ene als veiliger dan het andere verondersteld wordt.
Pas duidelijkheid na afloop opkoopprogramma’s
Wat de inflatie betreft: voor oplopende inflatie is het nodig dat meer geld achter een beperkt aanbod van goederen en diensten aanjaagt. Dat drijft de prijzen op. Maar hoewel er nu minder aanbod is, is er voorlopig per saldo ook minder vraag. Het extra beschikbare geld compenseert niet de hele vraaguitval. Dus nee: inflatie en rentes blijven in mijn ogen de komende tijd laag. Wat er gebeurt na de huidige periode, waarin de vraag zo sterk is uitgevallen, zal afhangen van hoe lang het opkopen van staatsobligaties door centrale banken doorgaat. Pas daarna zal blijken of er sprake is van tijdelijke kwantitatieve verruiming, waarbij de liquiditeit de markt ook weer uitstroomt, of van blijvende monetaire financiering.