State Street SPDR: Innovatie bij ETFs is nu vooral gericht op duurzaamheid
State Street SPDR: Innovatie bij ETFs is nu vooral gericht op duurzaamheid
De ETF-industrie heeft de afgelopen jaren een enorme groei doorgemaakt. De continue innovatie zorgt ervoor dat duurzaam beleggen eenvoudig meegenomen kan worden in de ontwikkeling van nieuwe producten.
Door Philippe Roset
Het aantal ETFs in Europa is sinds 2010 gegroeid van 1.069 naar 1.890, terwijl het vermogen onder beheer in deze periode is toegenomen van $ 281 miljard naar $ 1.412 miljard1.
In eerste instantie werden vooral aandelen-ETFs ontwikkeld en gebruikt. Maar de afgelopen jaren is ook het gebruik van obligatie-ETFs enorm toegenomen. Met de hulp van gespecialiseerde partijen (handelshuizen, indexaanbieders en portfoliomanagers) maken ETFs de traditioneel ondoorzichtige obligatiehandel transparant en eenvoudig toegankelijk voor iedereen.
Het begin van de COVID-19-crisis was opnieuw een moment waarop de bestendigheid van obligatie-ETFs werd getest. Dat was vooral het geval toen de handel in bedrijfsobligaties grotendeels opdroogde. Een ETF is immers minstens zo liquide als de onderliggende markt. Maar wat gebeurt er als die onderliggende markt niet meer efficiënt functioneert?
Er was in die periode kritiek dat de obligatie-ETFs onder hun Net Asset Value werden verhandeld. Maar voor obligatiebeleggers, die merkten dat er geen handel in de onderliggende obligaties meer plaatsvond, was duidelijk dat de Net Asset Value geen realistisch beeld meer gaf van de prijzen. De handel in ETFs bleek een beter beeld te geven van de daadwerkelijke handelbare prijzen.
Een nieuwe standaard
Tegelijkertijd veranderen de criteria voor duurzaam beleggen in sneltreinvaart. Voor aandelenbeleggingen is dit in een periode van 2,5 jaar verschoven van uitsluitingen, waarbij een lage tracking error ten opzichte van de standaardindex van groot belang was, naar best-in-class. Dit wordt vaak toegepast nadat een uitsluiting heeft plaatsgevonden. Op klimaatgebied werd in eerste instantie ingezet op de Climate Transition Benchmarks, maar nu er duidelijkheid is ontstaan over de Paris Aligned-methodologie, lijkt dat de nieuwe standaard te zijn. De afwijkingen van de traditionele indices lijken veel minder belangrijk te zijn geworden.
Ook op obligatiegebied zagen we in eerste instantie een focus op uitsluitingen. De laatste jaren is het aantal uitsluitingen toegenomen en sinds ongeveer een jaar zijn er ook obligatie-ETFs op de markt die gebruik maken van best-in-class.
Het ziet ernaar uit dat het jaar 2021 alle netto instroomrecords voor de Europese ETF-industrie gaat overtreffen. We zien verder dat bijna de helft van al het nieuw belegd vermogen in de Europese UCITS-ETFs dit jaar in duurzame varianten wordt geïnvesteerd. Daar komt nog bij dat bestaande niet-duurzame producten een nieuwe duurzame beleggingsdoelstelling krijgen. Deze combinatie van factoren brengt als voordeel mee dat de verschuiving naar duurzamere beleggingen in dit snelle tempo kan plaatsvinden.
De transparantie die ontstaat op het gebied van duurzaamheid en de gerelateerde productontwikkeling draagt bij aan positieve verandering.
Institutionele beleggers uit Nederland, maar zeker ook uit Scandinavië, leveren een grote bijdrage aan deze transitie naar duurzamere ETFs. De eerste investeringen in nieuwe ETFs zijn van groot belang om deze te kunnen lanceren en vervolgens om andere investeerders te kunnen aantrekken. Een ETF wordt immers pas echt efficiënt als er meerdere (soorten) beleggers gebruik van maken en er een liquide handel in ontstaat.
Het nut van goede data
Naast de verscheidene manieren om duurzaam te beleggen, zijn er ook veel data om de verschillende aspecten van ESG te meten. Gespecialiseerde bedrijven en instanties kijken bijvoorbeeld naar de CO2-uitstoot, duurzame kenmerken in de verslaglegging, diversiteit in het bestuur of bepaalde uitsluitingscategorieën. Soms vullen deze ESG-data elkaar aan en soms spreken de data elkaar ook tegen.
Het kan dan zijn dat de ene ESG-dataprovider aangeeft dat een bedrijf uitgesloten moet worden, terwijl dit bij een andere ESG-dataprovider niet het geval is. Het is daarom nuttig om de data van meerdere ESG-dataproviders te gebruiken in de analyse.
Indexbeleggers zijn doorgaans voor de lange termijn aandeelhouder in veel bedrijven. Dit stelt ze in staat om in gesprek te gaan met bestuurders en bedrijven en duurzame onderwerpen te agenderen. Dit doen de stewardshipteams op basis van externe data en eigen bevindingen, met als doel het ESG-profiel van de gehele sector te verbeteren. Daarbij zijn de specifieke kenmerken voor een bedrijf in een bepaalde sector van groot belang. Een bank of verzekeraar heeft nu eenmaal andere duurzame factoren die van invloed zijn dan bijvoorbeeld een speelgoedfabrikant.
De Sustainability Accounting Standards Boards (SASB) heeft een model ontwikkeld waarin wordt aangegeven welke duurzame factoren financieel van belang zijn voor een bedrijf in een specifieke sector. Dit is de SASB Materiality Map2 , die publiek beschikbaar is op de website van SASB. Deze informatie wordt dus gebruikt door bedrijven en stewardshipteams van asset managers, maar ook ten behoeve van de productontwikkeling van nieuwe duurzame ETFs. De bedrijven krijgen een duidelijk beeld van hoe ze presteren op duurzaamheid ten opzichte van vergelijkbare bedrijven en ze weten ook op welke punten ze moeten verbeteren.
Positieve verandering
De transparantie die ontstaat op het gebied van duurzaamheid en de gerelateerde productontwikkeling draagt bij aan positieve verandering. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de naar boven bijgestelde verwachtingen rond duurzaamheid van beleggers en politici of de afnemende cost of capital voor duurzamere bedrijven. Schaalvoordelen voor hernieuwbare energie en technologische vernieuwing versterken de trend verder.
Obligatie-ETFs zijn volwassen geworden en er is inmiddels meer duidelijkheid over duurzame criteria en de rapportage hiervan. Daarnaast is de ETF-industrie gewend aan innovatie. Als we deze factoren combineren betekent dit dat duurzame obligatie-ETFs de komende jaren een belangrijke bijdrage zullen leveren aan de efficiënte allocatie van kapitaal richting duurzamere bedrijven.
- ETFGI, State Street as per 30 September 2021
- https://materiality.sasb.org/materiality.html
IN HET KORT De ETF-industrie in Europa blijft enorm snel groeien. Bijna de helft van het nieuw belegd vermogen in 2021 gaat naar duurzame ETFs. ETFs innoveren snel op basis van veranderende ESG-criteria. Meerdere ESG-dataproviders en SASB verbeteren het inzicht in ESG. Deze duurzame innovatie vindt nu ook bij obligatie-ETFs plaats. Institutionele beleggers spelen een belangrijke rol inzake deze duurzame innovatie. |
Disclaimer Investing involves risk including the risk of loss of principal. The whole or any part of this work may not be reproduced, copied or transmitted or any of its contents disclosed to third parties without SSGA’s express written consent. All information is from SSGA unless otherwise noted and has been obtained from sources believed to be reliable, but its accuracy is not guaranteed. There is no representation or warranty as to the current accuracy, reliability or completeness of, nor liability for, decisions based on such information and it should not be relied on as such. © 2021 State Street Corporation - All Rights Reserved Tracking Number 3905015.1.1.EMEA.INST Exp: 31/01/2022 |