Knab: 'Nederlanders hebben vijftig euro bij zich'
Knab: 'Nederlanders hebben vijftig euro bij zich'
Het is op 1 januari twintig jaar geleden dat de euro werd ingevoerd als munteenheid en er voor het eerst betaald kon worden met de voor ons nu zo bekende eurobiljetten. Ondanks dat er steeds meer geldautomaten verdwijnen en meer betaalmethodes beschikbaar komen, blijft contant geld populair. Dat blijk uit onderzoek van Knab onder ruim 1.000 klanten. Ruim acht op de tien Nederlanders hebben nog altijd cash op zak. In een doorsnee portemonnee zit op dit moment vijftig euro.
Mensen vinden het nog steeds fijn om contant geld te hebben. Slechts 9 procent van de ondervraagden zou het geen probleem vinden als contant geld verdwijnt. Men zet vooral nog vraagtekens bij de veiligheid van mobiel betalen. Slechts 28 procent beschouwt betalen met de smartphone als veiliger dan betalen met contant geld. De betaalpas scoort qua veiligheidsgevoel beter dan betalen met de smartphone. 43 procent van de respondenten vindt betalen met de betaalpas veiliger dan betalen met contant.
Aantal mensen met cash daalt langzaam
Op het moment van de ondervraging had 82 procent van de Knab-klanten contant geld op zak. In 2014 ging dat – bij een vergelijkbaar onderzoek – nog om 95 procent. Het aantal mensen met fysiek brief- en muntgeld daalt dus gestaag. Gemiddeld hebben we nu 89,24 euro in de portemonnee. Door sommige (zeer) hoge bedragen geeft zo’n gemiddelde een vertekend beeld. Het doorsnee (mediane) bedrag is representatiever en ligt op vijftig euro. Dat betekent dat de helft van de ondervraagden meer en de andere helft minder dan vijftig euro in de portemonnee heeft.