Invesco: Inflatie duwt staatsfondsen naar record-allocatie private markten
Invesco: Inflatie duwt staatsfondsen naar record-allocatie private markten
Ook staatsfondsen herzien de assetallocatie van hun portefeuille, en de private markten profiteren daar het meeste van. Dat blijkt uit de nieuwste Invesco Global Sovereign Asset Management Study. Het is inmiddels de tiende keer dat de vermogensbeheerder deze studie uitvoert. Aan deze editie deden 139 chief investment officers, hoofden beleggingen en senior portefeuillestrategen bij 81 staatsfondsen en 58 centrale banken mee. Gezamenlijk beheerden zij 23.000 miljard dollar aan beleggingen.
Na een lange periode van lage rente en lage inflatie zijn de staatsfondsen nu gedwongen om hun macro-economische verwachtingen bij te stellen en hun beleggingen daaraan aan te passen. In afwachting van verdere rentestijgingen heeft een meerderheid (59%) zijn portefeuilles aangepast. De scherpe aandelencorrectie en het falen van obligaties om portefeuilles te beschermen, hebben moeilijke keuzes opgeleverd.
De beleggingen van staatsfondsen in fixed income daalden de afgelopen jaren gestaag, maar niet langer ten voordele van aandelen. In plaats daarvan kiezen staatsfondsen voor alternatieven op de private markten, zoals vastgoed, private equity en infrastructuur. Van de respondenten geeft 71% aan dat dergelijke beleggingen de beste bescherming bieden tegen inflatie. Hoewel er enige bezorgdheid bestaat over de deal flow en het aanbod – die samen tot hoge waarderingen leiden – maken niet-beursgenoteerde beleggingen nu zo’n 22% uit van de staatsfondsportefeuilles. Dat is het hoogste percentage ooit. Bij de grotere fondsen (AUM > $ 100 miljard) stijgt dit cijfer tot 27%. In totaal bezitten staatsfondsen nu voor 719 miljard dollar aan dergelijke beleggingen, tegenover 205 miljard dollar in 2011*.
Het ziet ernaar uit dat de belangstelling voor niet-beursgenoteerde beleggingen zal aanhouden. Op de vraag in welke beleggingscategorieën zij hun blootstelling in het komende jaar willen verhogen, handhaven of verlagen, is private equity (netto +29%) het populairst, gevolgd door niet-beursgenoteerd vastgoed (+23%). De respondenten zijn het somberst over vastrentende waarden (-12%) en cash (-4%), terwijl het sentiment over aandelen grotendeels ongewijzigd blijft (+1%).
Rod Ringrow, Head of Official Institutions bij Invesco: "‘Onzekerheid’ is het woord dat in de gesprekken met staatsfondsen dit jaar domineert. De consensus over de richting van de wereldeconomie brokkelt nu zienderogen af. In combinatie met het mogelijke einde van een decennialange bull-run op vastrentende markten, betekent dit een nieuwe context voor staatsobligaties."
Volgens Ringrow kijken staatsbeleggers voor oplossingen nu veel meer naar de private markten. "Toch moet het tempo van deze shift ook niet worden overschat. Het gaat hier om langetermijnbeleggers en die handelen doorgaans met de nodige voorzichtigheid. Velen kiezen voor een stapsgewijze aanpak, en zijn geneigd eerst af te wachten voor ze tot actie over gaan."
Invasie van Oekraïne doet interesse in Europa verdampen
Begin 2022 was de blik van staatsfondsbeleggers nog gericht op Europa, met name in vergelijking met de VS. Na de Russische inval in Oekraïne veranderde dit. Beleggers vreesden dat de inflatie moeilijker te beteugelen zou zijn en tegelijkertijd de groei zou afremmen, met het risico van stagflatie tot gevolg. Het zal geen verbazing wekken dat ontwikkeld Europa (19%) en opkomend Europa (13%) de regio's zijn waarin staatsfondsen hun blootstelling momenteel verminderen. De respondenten zijn het meest geneigd hun blootstelling aan Noord-Amerika (33%) en Azië-Pacific (23%) te verhogen ten koste van Europa.
Uit eerdere edities van deze studie bleek al dat staatsfondsen veel kapitaal alloceren naar China. Dit jaar zijn de meningen echter verdeeld. De meerderheid (52%) vindt het moeilijker dan vorig jaar om in het land te beleggen. Anderen vinden dat de mate van integratie in de wereldhandel en -markten – met name de onderlinge afhankelijkheid van de Amerikaanse en de Chinese economie – het geopolitieke risico als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne kan beperken.
Berichten over de ondergang van de dollar zijn (nu nog) overdreven
De bevriezing van de Russische reserves bracht een debat op gang over de rol van de Amerikaanse dollar (USD) als 's werelds meest dominante reservemunt. Het aandeel van de USD in de reserves van centrale banken wereldwijd neemt al jaren gestaag af: tussen 2016-2021 daalde dit van 65,4% tot 58,8%.
De brede consensus is dat de oorlog tussen Rusland en Oekraïne een beperkte impact op de USD heeft. Toch denken de respondenten dat de renminbi (RMB) zal blijven groeien en de status van de USD in de komende jaren zal beïnvloeden. Een aanzienlijke meerderheid (63%) van de centrale banken heeft nu al RMB-allocaties, tegenover 40% in 2018. De meeste centrale bankiers zien hun positie nu als onderwogen, maar hebben de intentie om deze in de komende vijf jaar te verhogen. Momenteel behelst de RMB slechts 2,8% van de deviezenreserves, maar zoals een Europese centrale bankier het verwoordde: "Vandaag is de positie van de Amerikaanse dollar sterk, maar dat kan aanzienlijk veranderen, met name door de opkomst van China als economische supermacht in het komende decennium."
Staatsfondsen zijn voorzichtig met digitale beleggingen
Ondanks de wijdverspreide verwachting dat centrale bankiers digitale beleggingen zullen omarmen, vinden staatsfondsen deze assetklasse nog niet belegbaar. Slechts 7% heeft enige blootstelling aan digitale beleggingen. Veel daarvan zijn beleggingen in onderliggende blockchainbedrijven. Volatiliteit (68%) en regeldruk (55%) zijn de meest voorkomende zorgen, en slechts 15% denkt dat digitale beleggingen kunnen fungeren als geloofwaardige inflatiehedge.
Het onderzoek naar digitale beleggingen neemt wel toe. In 2018 deed slechts 12% van de staatsfondsen er onderzoek naar, nu is dat 41%. Over het algemeen voelen de staatsfondsen geen afkeer tegen de onderliggende technologie, bijvoorbeeld via private equity en andere durfkapitaalproducten. Van de staatsfondsen overweegt 55% in de sector te beleggen als de juiste gelegenheid zich aandient.
Meer outsourcing door schaalgrootte en niet-beursgenoteerde beleggingen
In 2021 groeide het totale vermogen onder beheer van staatsinvesteringsfondsen tot $ 10.500 miljard, tegen ongeveer $ 8.000 miljard in 2018**. De toegenomen omvang van de fondsen, in combinatie met een grotere blootstelling aan concurrerende en exotische niet-beursgenoteerde beleggingen, heeft de operationele complexiteit vergroot en zet fondsen ertoe aan om externe beheerders aan te trekken.
Sommige fondsen vinden het moeilijk om dergelijke beleggingen buiten hun thuismarkt te beheren, wat hen van deze beleggingen deed afzien. Meer dan de helft van de staatsfondsen werkte al samen met externe vermogensbeheerders. Het afgelopen jaar liep dat op tot meer dan negen op de tien.
Staatsfondsen zijn zich er volgens Ringrow van bewust dat schaalgrootte en bredere activiteiten ook een negatieve invloed op de prestaties kunnen hebben. "Toch wordt outsourcing niet enkel ingezet voor het verlagen van de operationele kosten. Het inkopen van deskundigheid is de meest populaire reden voor uitbesteding."
Ringrow: "Beter presteren dan de markt is voor grote staatsfondsen moeilijk, zeker in markten die veel diepgravende kennis en hands-on management vereisen. Het is daarom niet verwonderlijk dat staatsfondsen ervoor kiezen om onbekend terrein te ontdekken via uitbesteding."