Invesco: Vijf uitdagingen voor de nieuwe Boris Johnson
Invesco: Vijf uitdagingen voor de nieuwe Boris Johnson
De strijd om het Britse premierschap moet worden beslecht door Rishi Sunak en Liz Truss. Wie de opvolger van Boris Johnson ook mag worden, de volgende Britse premier zal het hoofd moeten bieden aan vijf enorme uitdagingen om de economie van het land nieuw leven in te blazen en de positie van het Verenigd Koninkrijk in de wereld te herdefiniëren, zegt Arnab Das, Global Market Strategist bij Invesco.
1) Groei en inflatie
Het VK heeft misschien wel te kampen met de grootste problemen van alle grote economieën in de ontwikkelde markten (DM). Nergens anders lijkt de inflatie zo snel op te lopen. De economische groei zal waarschijnlijk een flinke knauw krijgen omdat de energierekeningen van huishoudens blijven stijgen: de Britten passen het prijsplafond voor energierekeningen tweemaal per jaar aan. Dat betekent dat verdere prijsstijgingen in het verschiet liggen, zelfs als de energieprijzen straks zouden dalen. De stijgende energie- en voedselprijzen zullen de andere uitgaven van de gezinnen noodgedwongen verder drukken.
2) Handel, industrie en arbeidsmarkt
Boris Johnson heeft zijn land in een harde Brexit geduwd en is de confrontatie met de EU met gestrekt been aangegaan over het Noord-Ierse protocol. Het vertrek uit de interne markt van de EU leverde het VK een ontzettend krappe en moeilijke arbeidsmarkt op, waarin grote stakingen en stijgende looneisen aan de orde van de dag zijn.
Als de volgende regering een meer verzoenende stijl richting de EU hanteert, met meer respect voor de verplichtingen en de verbintenissen van het VK uit hoofde van het internationaal recht, kan dat helpen om het aanzien in de wereld te herstellen. Het kan ook de druk verlichten op de arbeidsmarkt en de bereidheid van buitenlandse bedrijven om in het VK te investeren. Het zwaartepunt van de politieke strijd is verschoven van de Brexit naar de inflatie en de economische groei, en dat biedt enige hoop op dit vlak - maar er is nog niets concreets.
3) Geopolitiek
Het Verenigd Koninkrijk heeft een leidende rol gespeeld in de militaire en morele steun aan Oekraïne en het westerse bondgenootschap. De regering nam een agressievere houding tegenover Rusland wat betreft economische en financiële sancties op energie, de export naar Rusland, en de oligarchen waarvan gedacht wordt dat ze dicht bij Vladimir Poetin staan.
Ook na de strijd om het interne leiderschap zullen de Tory’s zich waarschijnlijk hard opstellen. De belangen van de nationale veiligheid wijzen immers in dezelfde richting, wat tot uiting komt in de samenwerking met de NAVO en de EU, en met de bekende ‘speciale relatie’ met de VS.
Toch kunnen de toenemende binnenlandse economische problemen van het VK de aandacht van de volgende premier afleiden van de geopolitiek, terwijl Johnson het buitenlands beleid en de oorlog juist gebruikte als een afleidingstactiek van zijn binnenlandse problemen.
4) Budgettair beleid en belastingverlagingen
Het Britse meningsverschil over hoe de crisis rond de kosten van levensonderhoud moet worden aangepakt is nog niet is opgelost.
De voormalige minister van Financiën Rishi Sunak stond voor een genereus begrotingsbeleid om de economische compressie van de lockdown te beheersen, maar hij was merkbaar minder soepel in het verlichten van de druk op de energie- en voedselprijzen en de aanbodzijde van de inflatie.
Hij vond waarschijnlijk - en terecht - dat de begroting de inflatiedruk moest tegengaan en gaf daarom de voorkeur aan meer gerichte steun voor degenen die het hardst door de energie- en voedselprijzen waren getroffen, naast een verhoging van de vennootschapsbelasting en het heffen van energiebelastingen om inkomsten te genereren en de compensaties voor de voedsel- en energie-inflatie te financieren.
Andere conservatieven zien liever belastingverlagingen over de hele lijn en een kleinere overheid op de langere termijn. Deze groep was van cruciaal belang om Johnson de kleine meerderheid te bezorgen die zijn huid redde bij de vertrouwensstemming in april, zelfs toen de lokale verkiezingen in het nadeel van de Tory’s uitvielen.
5) Monetair beleid
De Bank of England (BoE) bevindt zich in een van de moeilijkste posities van alle grote centrale banken in de ontwikkelde markten. De meeste beleidsmakers staan onder zware druk om het hoofd te bieden aan de hoge inflatie. Maar ze kunnen die slechts ten dele aanpakken met een strakker beleid, aangezien ze maar weinig kunnen doen aan de hoge energieprijzen, voedselprijzen of bevoorradingsketens.
Het is goed mogelijk dat de BoE het monetaire beleid zelfs meer dan verwacht moet verkrappen. De Tory’s willen namelijk misschien juist een soepeler beleid voeren op het gebied van belastingen en uitgaven om de crisis op vlak van levensonderhoud het hoofd te bieden - en zo hun positie de komende maanden versterken. Als ze de komende jaren ook andere structurele problemen aan willen pakken, zoals de infrastructuur, tekorten aan vaardigheden en arbeidskrachten, enzovoort, moet de BoE wellicht zelfs een strakker beleid voeren om het pond sterling te redden en de geïmporteerde inflatiedruk te verminderen.
Conclusie
Al met al zou een sterke regering het land op korte termijn weer op koers moeten helpen naar stabielere wateren, en op langere termijn hervormingen stimuleren om het groeipotentieel te herstellen.
Er is echter een aanzienlijk risico dat het VK opnieuw in een impasse terechtkomt in aanloop naar de volgende algemene verkiezingen eind 2024. Deze zomer zal een strijd om het leiderschap losbarsten in de aanloop naar het partijcongres van oktober, en als de Tory’s de discipline weten te bewaren kan er enige schijn van politieke rust ontstaan - al is dat geen zekerheid.
Maar de echte vraag blijft: hoe zal het Verenigd Koninkrijk zijn economie herdefiniëren na Brexit binnen een veranderende wereldeconomie en de geopolitieke rivaliteit? Ik verwacht dat dit pas later dit decennium duidelijker wordt.
Tot dan kunnen we ervan uitgaan dat het VK een underperformer blijft in zijn peer group van grote DM's - waarbij het pond sterling het het zwaarst te verduren krijgt. De Britse aandelen die op de binnenlandse markt gericht zijn, blijven onder druk staan. De Gilts lijken ondertussen in een uitputtingsslag verwikkeld te zijn tussen vertragende groei, sterke inflatiedruk en begrotingsdruk - waarbij de economische vertraging waarschijnlijk op termijn aan het langste eind zal trekken.