LFDE: De Fed houdt koers.... voorlopig
LFDE: De Fed houdt koers.... voorlopig
Door Enguerrand Artaz, fondsmanager La Financière de l’Echiquier (LFDE)
De Amerikaanse vastgoedmarkt begint ernstig te sputteren – zowel de verkoopprijzen als de huurprijzen voor nieuwe contracten zakken in. De inkoopmanagersindices voor de verwerkende industrie flirten met de grens tussen groei en krimp. De grondstoffenprijzen zijn nog altijd volatiel, maar laten per saldo wel een stagnatie zien.
De knelpunten in de wereldwijde toevoerketens raken opgelost. Last but not least: de spaarquote is gekelderd en de minst gegoede Amerikaanse huishoudens hebben hun tijdens de coronacrisis opgepotte reserves zo goed als volledig opgebruikt, dus ligt een daling van de consumptie in het verschiet.
De factoren die de Amerikaanse inflatie aanwakkerden, verdwijnen een voor een. Toch blijft de Amerikaanse Federal Reserve onvermurwbaar en trekt ze de richtrente met nog eens 75 basispunten op. Dat besluit gaat op het eerste gezicht tegen de huidige ontwikkeling in, maar er zijn minstens drie redenen waarom de centrale bank zich zo hard opstelt. Om te beginnen draait een van de belangrijkste bronnen van inflatie – de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de lonen – nog steeds op volle toeren.
Krappe arbeidsmarkt
De Amerikaanse arbeidsmarkt blijft uiterst krap – er zijn nog altijd bijna tweemaal meer vacatures dan werkzoekenden, de lonen stijgen fors, de werkloosheid is bijzonder laag en er blijven veel banen bijkomen. Zolang de Fed daar geen duidelijke kentering ziet, is het niet waarschijnlijk dat de druk van de ketel wordt gehaald. En hoewel het gevaar van overconsumptie is geweken, laten de huishoudens het geld nog altijd vlot rollen. Zolang de vraag standhoudt, kunnen bedrijven hun stijgende kosten blijven doorrekenen in de verkoopprijzen. De toekomst oogt op dit vlak minder rooskleurig en een omslag in de prijzen tekent zich vooralsnog niet af.
Tot slot zou de Fed in haar strijd tegen de inflatie liever te ver gaan dan te vroeg in te binden. Dat heeft Fed-voorzitter Jerome Powell na de vorige vergadering over het monetaire beleid ook met zoveel woorden gezegd. Een al te sterke monetaire verkrapping is volgens hem gemakkelijker recht te zetten dan een mislukking in het gevecht tegen de inflatie, aangezien de centrale bank over de nodige instrumenten beschikt om de economie te ondersteunen. Ook al gaan veel voorlopende indicatoren de goede richting uit, zal de Fed dus geen mildere toon aanslaan zolang de officiële inflatiecijfers – en de werkgelegenheid – niet merkbaar bedaren.
Meer buigzaamheid
Toch heeft de centrale bank een eerste stap naar meer buigzaamheid gezet. Het officiële persbericht stelt namelijk dat bij de toekomstige beslissingen rekening zal worden gehouden met de reeds doorgevoerde monetaire verkrapping en de tijd die nodig is voordat de economie daarop reageert. Die aanvulling is meer dan semantiek, al heeft de harde toon van Jerome Powell tijdens de persconferentie de boodschap wat naar de achtergrond verdreven.
Tot nu toe had de Fed laten verstaan dat een versoepeling van het beleid pas in overweging zou worden genomen als er onweerlegbare bewijzen op tafel liggen, oftewel meerdere gunstige cijfers op rij. Door deze nieuwe zin aan het persbericht toe te voegen, geeft de bank zichzelf de mogelijkheid om toch al te reageren zodra er cijfers komen die op een keerpunt wijzen. Dat is positief, maar er zit een stevige adder onder het gras: het wordt bepaald niet eenvoudiger om het beleid te voorspellen. En die voorspelbaarheid is precies wat beleggers nodig hebben om de trend op de markten te doen keren.