Han Dieperink: Opkomende markten splitsen zich
Han Dieperink: Opkomende markten splitsen zich
Er is dit jaar sprake van een duidelijke driedeling binnen de opkomende markten op basis van twee variabelen: grondstoffen en valuta’s. Maak daarom als institutionele belegger een actieve keuze.
Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel
Een wereldwijde verkrapping van de liquiditeit veroorzaakt normaal gesproken een schuldencrisis in opkomende markten, aangewakkerd door de vlucht van buitenlands kapitaal. Tot nog toe lopen opkomende markten echter niet uit de pas met ontwikkelde markten. Opvallend is dat verschillende valuta’s van opkomende markten dit jaar zelfs beter presteren dan de Amerikaanse dollar. Het betreft met name landen die grondstoffen exporteren, maar ook landen die al in 2021 monetair op de oplopende inflatie hebben voorgesorteerd.
Een groot voordeel van opkomende markten is dat zij niet mee konden doen aan de monetaire gekte met extreem lage of zelfs negatieve rentes en kwantitatieve verruiming. Daar plukken ze nu de vruchten van. Ook zijn de valuta’s van opkomende markten niet ingezet als wapen in de strijd tegen de Russen. Het gevolg van de huidige monetaire constellatie is dat de dollar, de euro en de yen geen alternatief meer zijn voor rijke Russen en ook niet voor de Russische centrale bank. Op het moment dat je namelijk je reserves in deze munten (inclusief het Britse pond en zelfs de Zwitserse frank) wilt aanspreken, kun je er niet meer bij. Ook andere landen en hun centrale banken hebben deze ontwikkelingen argwanend gevolgd. Als de Russische oligarchen op deze manier kunnen worden aangepakt, ligt het immers voor de hand dat dit later ook met de Arabische oliesjeiks of de Chinese miljardairs kan gebeuren.
Door deze ontwikkeling ontstaan er steeds grotere verschillen tussen Emerging Markets. Er zijn grofweg drie groepen te onderscheiden. De eerste groep bestaat uit opkomende markten met grondstoffen. Die landen profiteren nog altijd van de relatief hoge prijzen en zullen daar, gezien de gunstige vooruitzichten voor vrijwel alle grondstoffen, ook in de toekomst van blijven profiteren. De tweede groep bestaat uit landen die geen grondstoffen produceren, maar die een munt hebben die de Russen accepteren. Denk aan China, India en Indonesië. In andere delen van Azië zal de invoering van de renminbi, als het de facto alternatief voor de dollar, deze landen helpen in het internationale verkeer. Ze kunnen met hun eigen munt grondstoffen inkopen en mogen ook nog eens rekenen op liquiditeitssteun van Beijing op het moment dat er stress in het financiële systeem ontstaat. Feitelijk neemt China daarmee in Azië de rol van liquiditeitsverschaffer van de Amerikanen over.
De derde groep van opkomende landen is de klos. Deze landen zijn niet in het bezit van grondstoffen en hebben geen munt die de Russen accepteren. Voorbeelden daarvan zijn Sri Lanka, Bangladesh, Pakistan en Turkije. Ze hebben overduidelijk last van de sterke dollar, mede omdat ze grondstoffen en/of voedsel in dollars moeten kopen. Dollars die deze landen niet hebben. Wel kunnen China en Rusland op een gegeven moment het strategische belang van deze landen gaan inzien. Met de overstap naar het ChineesRussische kamp krijgen ze meer stabiliteit. Tegelijkertijd zal deze derde groep wel maximaal profiteren van een dalende dollar en de toenemende liquiditeit die daarvan het gevolg is. Dat zal pas gebeuren als de piek in de Amerikaanse rente is bereikt.