Han Dieperink: Voorzichtig met Latijns-Amerika
Han Dieperink: Voorzichtig met Latijns-Amerika
Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel
Luiz Inácio Lula da Silva (Lula) is voor de derde keer president van Brazilië. Daar zal de bestorming van de Braziliaanse regeringsgebouwen door supporters van Jair Bolsonaro niets aan veranderen. Lula was van 2003 tot 2011 al voor twee termijnen president en sindsdien is ook Brazilië verder gepolariseerd. Bovendien heeft het vertrouwen in zijn Partido dos Trabalhadores te lijden gehad onder corruptieschandalen.
In macro-economisch opzicht heeft Lula het minder makkelijk dan de vorige keren dat hij president was. Destijds werd zijn komst gevreesd door de financiële markten, maar bleek het uiteindelijk mee te vallen. Lula zou gaan uitdelen en het bedrijfsleven aan banden leggen of zelfs privatiseren, maar dat gebeurde niet. Daarnaast kreeg juist op dat moment de centrale bank de inflatie onder controle, die van 14% naar 3,7% zakte. In een land van hyperinflatie is een lage inflatie belangrijker voor de economie dan hoge economische groeicijfers.
Lula’s beleid riskant voor Braziliaanse aandelen
Anno 2023 is er sprake van twee tegengestelde politieke krachten. Lula moet nu wel met uitgebreide sociale programma’s komen om stemmen te behouden en de daarbij behorende loonsverhogingen zullen leiden tot hogere consumentenbestedingen. Daardoor is de kans groot dat de centrale bank de rente moet verhogen. Gecombineerd met een vertragende wereldwijde economische groei is dat geen goed vooruitzicht voor Braziliaanse aandelen.
De enige manier om dit probleem op te lossen is door de economie harder te laten groeien dan de financieringskosten van de overheid, maar met de sinds zijn vorige optreden sterk gestegen schuld als percentage van het BBP zal dat niet meevallen. Zelfs als het lukt, kan het voor beleggers slecht uitpakken. Het BBP moet worden gestimuleerd door een expansief fiscaal beleid.
Tegelijkertijd moet de reële rente omlaag om de cirkel rond te krijgen. Zo'n beleid is wellicht positief voor de aandelenmarkt, maar dit zet tegelijkertijd de Braziliaanse munt onder druk. In de tussentijd dreigt de Braziliaanse schuld onder Lula te stijgen tot boven de 100% van het BBP.
Het optimisme van 2022
Vorig jaar was er sprake van de grootste instroom van buitenlandse investeerders ooit. De centrale bank was op tijd begonnen met het verhogen van de rente om inflatie onder controle te brengen en de Braziliaanse economie verraste ook nog eens positief. Daardoor was het land al snel één van de betere alternatieven binnen opkomende markten, waar andere markten, zoals China door het zero-covid-beleid en Rusland, in korte tijd minder aantrekkelijk waren geworden.
Grote opkomende landen als Zuid-Korea en Taiwan hadden vooral last van Japanse concurrentie door de zwakkere yen. Bedenk dat de opkomende marktenindex voor driekwart bestaat uit deze Aziatische landen, dus Brazilië profiteerde sterk van deze exit van beleggers in opkomende markten uit Azië.
Bovendien was 2022 een goed jaar voor grondstoffen. De Braziliaanse beurs steeg mede daardoor met bijna 5%, terwijl de S&P 500 19,4% verloor en de opkomende marktenindex zelfs 22,4%. Daarnaast oogde de Braziliaanse aandelenmarkt goedkoop, wat goed zichtbaar werd in de rotatie van groei-aandelen naar waarde-aandelen.
Toch was het vooral de redelijk unieke en hoge reële rentevergoeding die zorgde voor de instroom van buitenlands geld. Lokale institutionele beleggers hevelden om dezelfde reden hun beleggingen juist over van aandelen naar vastrentende activa.
Tot slot werd de komst van Lula als alternatief voor de Trumpiaanse Bolsonaro positief ingeschat. Sinds de eerste twee termijnen van Lula is de Braziliaanse politiek echter sterk gepolariseerd. Een extra reden om terughoudend te zijn met Braziliaanse assets.
Fiscale discipline op losse schroeven
Door deze ontwikkeling in 2022 is Brazilië nu een ‘crowded trade’ geworden. Bovendien begint de Braziliaanse regering nu al te morrelen aan de beloofde fiscale discipline tijdens de verkiezingstournee. Zo is Fernando Haddad, de oud-burgemeester van Sao Paulo, tot Minister van Financiën benoemd. Hij is een vriendje van Lula en wordt wel gezien als een marktonvriendelijke linkse econoom.
Bovendien heeft Lula geen meerderheid in het Braziliaanse congres. Daar is wel mee te onderhandelen, maar waarschijnlijk alleen in ruil voor veel geld (lees: meer schuld) voor de lokale districten van de partijen die overgehaald moeten worden.
Verder heeft Brazilië in 2016 een uitgavenplafond ingesteld, maar sindsdien heeft het congres elk jaar meer uitgegeven en werd het plafond ook nog eens verhoogd. Lula wil nog meer uitgeven dan het reeds verhoogde plafond. Dat zou de centrale bank toch opnieuw moeten aanzetten tot het verhogen van de rente.
Rol van Latijns-Amerika als vluchthaven lijkt uitgespeeld
Het grote verschil met 2022 is dat er in 2023 alternatieven zijn voor de Braziliaanse aandelenmarkt: de opkomende markten van Azië. Door de grote verschillen in rendement in 2022 zijn die relatief veel aantrekkelijker geworden. Bovendien staan alle seinen daar op groen. Brazilië is niet langer vereist als vluchthaven binnen opkomende markten. Beleggers in opkomende markten kunnen nu zonder Latijns-Amerika.
Brazilië is met een gewicht van meer dan 60% veruit de belangrijkste opkomende markt in Latijns-Amerika. Het tweede land is Mexico, een land dat in theorie profiteert van de deglobalisering (doordat Amerikaanse bedrijven de productie verplaatsen van Azië naar Mexico), maar dat land blijft onder president Lopez Obrador instabiel door drugsgerelateerde problemen.
Het daaraan gerelateerde geweld zal na de arrestatie van de zoon van Joaquin Guzman (El Chapo) verder oplaaien. Leden van het kartel hebben bussen in brand gestoken, wegen geblokkeerd en zelfs passagiersvliegtuigen beschoten. Niet goed voor de ranking van Mexico op de 'ease of doing business index'. Verder wil Joe Biden nu ook het toenemende vluchtelingenprobleem in de Verenigde Staten voor een groot deel bij de Mexicanen leggen.
Nu zijn het niet langer de Mexicanen die naar de VS vluchten, maar andere nationaliteiten uit Latijns-Amerika. In 1960 kreeg een Mexicaanse vrouw gemiddeld 6,8 kinderen. Toen die kinderen in 1973 22 jaar waren, vertrokken deze Mexicanen massaal naar de VS. In 1973 kreeg de gemiddelde Mexicaanse vrouw nog altijd 6,2 kinderen en in de jaren negentig vertrokken ook die naar de VS. Nu krijgt een Mexicaanse vrouw slechts 2,1 kinderen. Dat is amper genoeg om de Mexicaanse bevolking in stand te houden. Verder is ook Mexico voor 80% afhankelijk van de afzwakkende Amerikaanse economie.
Natuurlijk zijn zowel de Braziliaanse markt als de Mexicaanse aandelenmarkt in absolute zin goedkoop, alleen is waardering een factor die nu eenmaal weinig invloed heeft op het rendement op korte termijn. Latijns-Amerika heeft bovendien goede redenen om goedkoop te zijn vanwege de hoge schulden en de politieke risico's. Dat centrale banken ondanks de te hoge uitgaven van de overheid blijven proberen de inflatie onder controle te krijgen is bewonderenswaardig, maar hogere rentes zorgen er dan wel voor dat waarderingen op de aandelenmarkt laag blijven.