DNB: De digitale euro; wat en waarom?
DNB: De digitale euro; wat en waarom?
In zijn openingsspeech voor het seminar ‘Digitale euro meets the Dutch experts’ op 23 januari 2023, benadrukte Olaf Sleijpen:
“Een betrouwbaar betalingssysteem heeft een maatschappelijke functie, is onderdeel van de vitale infrastructuur van onze maatschappij. Publiek geld is dus een publieke zaak en taak. Dus de digitale euro, of die er komt en hoe die er komt, is ook een publieke zaak en dus ook taak waar de politiek zich over moet buigen.”
Dat is waar we vooral aan denken bij geld. Dan zien we contant geld, dan zien we munten en bankbiljetten.
Hoe veel en hoe vaak we tegenwoordig ook digitaal betalen, met een bankpas of contactloos, hoe makkelijk we ook geld overschrijven en Tikkies versturen, toch kunnen de meesten van ons zich een wereld zonder contant geld niet voorstellen.
Want met contant – chartaal – geld weet je wat je hebt. Dat is niet alleen een gevoel, maar ook een economisch feit: contant geld is publiek geld, dat wordt uitgegeven en gegarandeerd door de centrale bank, in Nederland dus door DNB. Het digitale betalingsverkeer, ons girale geld, is privaat geld, want wordt beheerd door private, commerciële banken. Dat gaat meestal goed, heel goed zelfs. Daar kan ik velen van u voor complimenteren. De voordelen van digitaal betalingsverkeer zijn enorm en niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven en ons bedrijfsleven. Het digitale betaalgemak dient de mens en de economie.
In Nederland is nog maar één op de vijf betalingen aan de toonbank contant. En Nederland is een van de Europese landen met het meest goedkope en tegelijkertijd meest betrouwbare betalingsverkeer.
Maar waarom zou je het kind met het badwater weggooien? Waarom zou je de voordelen van contant geld niet proberen vast te houden, ook als de munten en bankbiljetten steeds minder worden gebruikt? Daarom denken de Europese centrale banken nu na over een digitale euro: contant, publiek geld in een digitaal jasje.
De digitale euro.
Wat zijn de voordelen?
Ik ben een centrale bankier, dus het eerste grote voordeel dat ik natuurlijk noem is financiële stabiliteit. Het bestaan van publiek geld, het feit dat je giraal geld op ieder moment kunt inruilen tegen evenveel contant geld, geeft ons geld een vaste waarde.
En die vaste waarde geeft vertrouwen, geeft zekerheid, geeft stabiliteit.
Vertrouwen in de waarde van geld, een betrouwbaar betalingssysteem heeft een maatschappelijke functie, is onderdeel van de vitale infrastructuur van onze maatschappij. Publiek geld is dus een publieke zaak en taak. Dus de digitale euro, of die er komt en hoe die er komt, is ook een publieke zaak en dus ook taak waar de politiek zich over moet buigen. Centrale banken kunnen dit niet alleen beslissen; en we zijn blij met de interesse van zowel de Nederlandse alsook Europese politiek in het onderwerp.
Die financiële stabiliteit, en de toegankelijkheid van ons betalingsverkeer kan ook in gevaar komen door big tech bedrijven en andere niet-Europese bedrijven die met allerlei innovatieve transactiemiddelen onze infrastructuur over lijken te nemen.
De digitale euro is een innovatie die aan deze ontwikkeling tegenwicht kan bieden, en, ook heel belangrijk, kan zorgen voor meer innovatie, diversiteit en concurrentie in de Europese financiële sector.
Die munt heeft twee kanten.
De digitale euro kan consumenten minder afhankelijk maken van commerciële banken als het gaat om betaaldiensten, maar kan die banken en andere instellingen in de Eurozone ook stimuleren om nieuwe toepassingsmogelijkheden te ontwikkelen die kunnen concurreren met niet-Europese aanbieders.
Dat is niet alleen goed voor de efficiency, betrouwbaarheid en toegankelijkheid van ons betalingsverkeer, maar ook goed voor de financiële en economische kracht en macht van de Eurozone.
Ik geef tegelijk toe dat dit voordeel minder weerklank krijg in Nederland dan in andere Europese landen. Immers, we hebben ons betalingsverkeer al goed voor elkaar. Maar ook wij moeten niet onderschatten wat de risico’s zijn wanneer de controle over de betaalinfrastructuur niet meer in handen is van instellingen die onder toezicht staan, en zich buiten Europa bevinden.
Ik weet het, voor veel mensen klinken deze voordelen nogal abstract.
Het is moeilijk om de directe voordelen te zien: in de portemonnee, op de spaarrekening, bij de kassa. Maar ik denk dat dat vooral ook afhangt van hoe we de digitale euro gaan invullen en vormgeven. DNB maakt zich hard voor een digitale euro die werkt voor Nederland. En, voordat er misverstanden ontstaan: het is niet de bedoeling dat de digitale euro het contante geld gaat vervangen.
Er komt geen Groot Veldtochtplan zoals minister van Financiën Lieftinck de grote geldzuivering na de Tweede Wereldoorlog noemde. De digitale euro is niet bedoeld om een verleden te zuiveren maar om de toekomst veilig te stellen.
Dan is er nog een aspect dat belangrijk is: privacy. Want privacy is een fundamenteel recht, ook – juist – in het betalingsverkeer. Die privacy is voor veel mensen een belangrijk voordeel van contant geld: je weet wat je hebt maar anderen weten niet wat je hebt. Daarom heeft minister Kaag – in lijn met de motie Alkaya-Heinen die door de Kamer is aangenomen - in de Eurogroep aangegeven dat voor kleinere bedragen een bepaalde mate van anonimiteit mogelijk moet zijn.
Natuurlijk geeft die gevraagde anonimiteit ook ruimte aan witwassen, belastingontduiking, terrorisme en andere criminele praktijken. Het is daarom zaak de juiste balans te vinden. Wat dit betreft, kunnen we dichter aankruipen tegen de regelgeving voor cash.
Wat ook belangrijk is, is de toegankelijkheid van een digitale euro. Die moet ook bruikbaar en hanteerbaar zijn voor mensen die moeite hebben met de oprukkende digitalisering in onze samenleving, voor mensen die graag contant geld gebruiken om grip te houden op hun uitgaven, voor mensen uit kwetsbare groepen.
Ik ben ervan overtuigd dat we juist voor die groep consumenten veel meer oog moeten hebben. En dat betekent dat de digitale euro straks moet uitblinken in eenvoud.
Wat ook belangrijk is, is dat de digitale euro bruikbaar moet zijn als er een storing of uitval is van de digitale infrastructuur. Een terugvaloptie, net als contant geld.
Deze randvoorwaarden zullen natuurlijk invloed hebben op de vorm die we kiezen voor een digitale euro: kiezen we voor een bankrekeningachtige vorm of voor een aparte drager die ook offline werkt? Inderdaad, een soort chipknip maar dan moderner en veel breder uitgerold. We kunnen de nationale lessen die we daarvan geleerd hebben, meenemen naar Europa.
Want dat is ook belangrijk: een digitale euro kan alleen maar werken als het een echt publiek betaalmiddel wordt, waar burgers, ondernemers en bedrijven in heel Europa gebruik van gaan maken. Zo’n brede uitrol roept natuurlijk ook vragen op over distributie: wie gaat dat doen en wie gaat dat betalen?
Voor de distributie denken we aan private intermediairs, want ook al is het publiek geld, geld dat wordt uitgegeven en gegarandeerd door de centrale bank, we zien DNB niet als de distributeur. We hebben binnenkort wel een mooi nieuw gebouw maar niet al die loketten die daarvoor nodig zouden zijn.
Kortom, DNB ziet de digitale euro vooral als een digitale vorm van ons bankbiljet; met de functies die hierbij horen. En dus ook niet als een alternatief voor het girale geld zoals we dat kennen; of om te concurreren met de diensten van financiële instellingen. Integendeel, het gaat er juist om elkaar te versterken en het betalingsverkeer nog beter te maken.
U hoort het: er is nog veel om over na te denken, veel om op te lossen, veel om over te praten. Dat doen we binnen DNB, binnen het Eurosysteem, maar ook graag met andere betrokkenen zoals toekomstige gebruikers of mogelijke intermediairs.
Want als we het doen, als er een digitale euro komt, dan moeten we het goed doen.
Dan moet de digitale euro echt publiek geld zijn: van en voor ons allemaal. Dan moeten consumenten een makkelijk betaalmiddel in handen krijgen. En betaalinstellingen een product kunnen aanbieden dat ook hen toegevoegde waarde biedt. Een middel dat banken niet instabieler maakt. En waarmee winkels geholpen zijn omdat ze tegen aantrekkelijke tarieven de betalingen van klanten uit het gehele eurogebied eenvoudig kunnen accepteren.
Om die – haast onmogelijke - puzzel rond te krijgen, moeten we samen de stukjes leggen. Daarom ben ik blij dat u hier vandaag allemaal bent. Om vandaag alvast samen aan de rand van die puzzel te beginnen. Om van elkaar te leren en elkaars perspectief te begrijpen. Ik denk dat dat zeker gaat lukken.
Want ik zie juist in het betalingsverkeer hoe banken, winkeliers, consumenten en betaaldienstverleners elkaar - als puntje bij paaltje komt - altijd weten te vinden.
Daar kunnen we trots op zijn, en langs die lat leggen we ook de digitale euro.
Klaar met praten dus, tijd om te luisteren: dat is waarom DNB hier vandaag is.