T. Rowe Price: Inflatie eurozone wijst op rentepauze ECB in september
T. Rowe Price: Inflatie eurozone wijst op rentepauze ECB in september
De vandaag bekendgemaakte eurozone inflatiecijfers voor augustus maken het waarschijnlijker dat de ECB in september een rentepauze inlast, meent Tomasz Wieladek, Chief European Economist bij T. Rowe Price.
De inflatie is in augustus niet verder gedaald, maar de kerninflatie daalde wel van 5,5 in juli naar 5,3 in augustus, in lijn met de consensusverwachtingen. President Lagarde benadrukte vorige week in haar toespraak tijdens de Jackson Hole-conferentie nog dat de kerninflatie leidend is bij de beleidsbeslissing van de ECB.
Belangrijk is ook dat de vaart in de door Eurostat gemeten diensteninflatie aanzienlijk is afgenomen, waarbij de seizoensgecorrigeerde maand-op-maand diensteninflatie uitkwam op 0,19%, wat een grote daling is ten opzichte van de 0,6% in juli. Hoewel de diensteninflatie nog steeds op zeer hoog niveau blijft, tonen de gegevens nu aan dat het in de goede richting gaat. T. Rowe Price heeft de waarschijnlijkheid van een rentepauze in september verhoogd naar 60%.
Depreciatie euro ten opzichte van de dollar einde dit jaar
Het verschil in beleid tussen de ECB en de Federal Reserve zal een zwakkere euro tegen het einde van het jaar ondersteunen. Tijdens Jackson Hole benadrukte voorzitter Powell dat de Federal Reserve mogelijk opnieuw de rente moet verhogen als de economie niet vertraagt, omdat dit de risico's vergroot dat de inflatie boven het 2%-doel van de Federal Reserve zal blijven.
In tegenstelling tot de sterke economische prestaties in de VS wijzen meerdere tekenen op een aanstaande recessie in het eurogebied. Dit verschil in prestaties van de reële economie en de implicaties voor het monetair beleid, vooral of de ECB in staat zal zijn om beleidsrentes op deze niveaus te handhaven, zal waarschijnlijk leiden tot een lagere euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar.
Wieladek meent dat een EURUSD van 1,05 aan het begin van het volgende jaar mogelijk is als gevolg van deze verschillen in de reële economie en waarschijnlijke toekomstige veranderingen in marktverwachtingen over monetair beleid.