Schroders: Kledingexport in gevaar door extreme hitte en overstromingen
Schroders: Kledingexport in gevaar door extreme hitte en overstromingen
Extreme hitte en overstromingen bedreigen belangrijke kledingcentra en zullen tegen 2030 meer dan 65 miljard dollar aan exportinkomsten in gevaar brengen in vier belangrijke productiecentra.
Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het Global Labor Institute (GLI) van de Cornell University en de wereldwijde vermogensbeheerder Schroders naar de economische gevolgen van de klimaatverandering - in het bijzonder extreme hitte en overstromingen - voor kledingfabrikanten en arbeiders.
De onderzoekers keken naar de klimaatgevoelige kledingsector in Bangladesh, Cambodja, Pakistan en Vietnam, die samen 18% van de wereldwijde kledingexport vertegenwoordigen, ongeveer 10.000 kleding- en schoenenfabrieken huisvesten en werk bieden aan 10,6 miljoen werknemers.
Aan de hand van projecties analyseerden de onderzoekers de toekomstige hitte en overstromingen in Bangladesh, Pakistan, Cambodja en Vietnam. Deze gegevens werden vervolgens gebruikt om de resultaten op sectorniveau voor 2030 en 2050 te schatten door een scenario 'aanpassing aan het klimaat' te vergelijken met een scenario 'grote hitte en overstromingen’.
De resultaten tonen aan dat extreme hitte en overstromingen zullen leiden tot een aanzienlijk verlies van inkomsten en banen in alle vier de landen, als gevolg van een tragere groei van de industrie door een lagere productiviteit.
Vergeleken met het scenario 'aanpassing aan het klimaat' laat het scenario 'grote hitte en overstromingen' een tekort van 65 miljard dollar zien in de verwachte inkomsten tussen 2025 en 2030, wat neerkomt op een daling van 22% in de exportinkomsten.
De analyse van het scenario met veel hitte en overstromingen laat ook een daling van de jobcreatie met 7% zien (meer dan 950.000 minder nieuwe banen). Deze prognoses stijgen aanzienlijk voor 2050, wat neerkomt op 68,6% minder exportinkomsten en 8,64 miljoen minder banen in het scenario 'grote hitte en overstromingen’.
Extreme overstromingen en hittegolven treffen deze regio's nu al. In 2022 stond een derde van Pakistan onder water door ongekende zware overstromingen terwijl Dhaka eerder dit jaar een elfdaagse hittegolf doormaakte met temperaturen die opliepen tot 40,2 graden °C.
Jason Judd, Executive Director van Cornell GLI lichtte toe:
'Overstromingen en extreme hitte vormen een aanzienlijk risico voor alle partijen in de wereldwijde kledingproductie - arbeiders, fabrikanten, toezichthouders, beleggers en de merken zelf. Maar niemand houdt in zijn planning rekening met de kosten van de klimaatverandering op het terrein.
De kledingsector en de regelgevende instanties hebben hun klimaatreacties meestal geformuleerd rond deelkwesties - emissies, watergebruik en gerecycleerde stoffen. Ze negeren de klimaatproblemen die nu dramatisch en direct van invloed zijn op de leveranciers en hun werknemers.
De klimaatnachtmerries van de rijkere landen zijn nu al werkelijkheid in Bangladesh, Pakistan, Cambodja en elders. Het leven, laat staan werken, zal erg moeilijk worden in deze en vele andere hotspots waar kledingmerken en detailhandelaren van afhankelijk zijn voor de productie.'
Angus Bauer, Head of Sustainable Research, Schroders, zegt:
'Toenemende hittestress en hevige overstromingen vertegenwoordigen 65 miljard dollar aan exportinkomsten en bijna een miljoen verloren banen voor belangrijke kledingproducerende regio's voor 2030, en een aanzienlijke stijging van deze cijfers voor 2050. Deze problemen vormen wezenlijke risico's voor de merken, retailers en beleggers in de vorm van productiviteitsverlies, vastgelopen activa of beide.
Dit onderzoek laat zien dat er dringend actie moet worden ondernomen. De beleggers moeten de dialoog aangaan met de kledingbedrijven en hun stakeholders om ervoor te zorgen dat ze de grote uitdagingen van de fysieke klimaateffecten op werknemers en bedrijfsmodellen gaan meten en aanpakken.
Bovendien moeten de kledingbedrijven partnerschappen aangaan met leveranciers en samenwerken met collega's, werknemersorganisaties en beleidsmakers om geschikte aanpassingsstrategieën te ontwerpen die rekening houden met de gevolgen voor de werknemers. Adaptatieplanning kan een positief rendement opleveren voor de sector en is een cruciale aanvulling op de inspanningen om de gevolgen van klimaatverandering te beperken.'
Buiten de vier productiecentra
Uit de analyse blijkt ook dat de overstromings- en hitterisico's een wijdverspreid probleem zijn voor de kledingproductie en niet beperkt zijn tot deze vier regio's. De onderzoekers analyseerden de klimaatgevoeligheid van 32 kledingproducerende centra, in termen van blootstelling aan extreme hitte en vochtigheid en rivier- en kustoverstromingen.
Verschillende andere productiecentra vielen op door hun kwetsbaarheid voor beide, met name Colombo (Sri Lanka), Managua (Nicaragua), Chittagong (Bangladesh), Port Louis (Mauritius), Yangon (Myanmar), Delhi, Bangkok en de regio Dongguan-Guangdong-Shenzhen in China.
Analyse getest op zes wereldwijde kledingmerken
Bovendien onderzoekt de analyse ook hoe deze problemen tot uiting komen voor merken en retailers. De onderzoekers brachten de voetafdruk van de toeleveringsketen in kaart van zes wereldwijde kledingmerken die zeer uiteenlopende bedrijfsmodellen vertegenwoordigen, verspreid over de vier productiecentra.
Om specifiek te bekijken hoe de verstoring zich vertaalt naar de productie, keken de onderzoekers bijvoorbeeld naar de productiviteitskosten voor de gevolgen van hitte en overstromingen voor één merk.
De analyse suggereert dat de geschatte hinder op de productiviteit veroorzaakt door hittestress en overstromingen in Ho Chi Minh en Phnom Penh alleen al zou kunnen neerkomen op vijf procent van de bedrijfswinst van de groep per jaar. Deze bevindingen bevestigen dat de merken aanpassingsmaatregelen moeten ondersteunen.
De analyse merkt op dat de kledingsector bijkomende kosten voor investeringen en de financiering van overgangsmaatregelen moet incalculeren.
Jason Judd gaf commentaar:
'De merken behandelen 'verlies en schade' veroorzaakt door het klimaat voor fabrikanten en werknemers als externe factoren - het probleem van iemand anders. Nieuwe Due Diligence-regels in Europa verschuiven een deel van de aansprakelijkheid naar merken en retailers en kunnen leiden tot grotere investeringen in aanpassingsmaatregelen - koelere werkplekken, overstromingspreventie en systemen voor sociale bescherming.
Maatregelen tegen hitte en overstromingen komen echter niet voor in de eerste ontwerpen, omdat de sector zich concentreert op deelkwesties. Essentieel is de invoering van vaste normen en protocollen voor werktijden, inspanningsniveaus, rust en hydratatie die dagelijks moeten worden verzameld en gerapporteerd, evenals het opleggen van zinvolle sancties voor overtredingen van de normen.
De werknemers hebben deze investeringen nu nodig omdat er geen normen zijn voor extreme hitte en bescherming tegen overstromingen, of omdat de systemen gemakkelijk te omzeilen zijn. En om de dagelijkse kosten van de klimaatverandering te kunnen dragen, hebben de arbeiders behoefte aan socialezekerheidsstelsels en leefbare lonen. En uiteindelijk moeten de regelgevers en merken hitte en overstromingen behandelen als gezondheidsrisico's.'