Pim Rank: Acceptatieplicht voor contant geld?
Pim Rank: Acceptatieplicht voor contant geld?
Op 28 juni 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel gepubliceerd voor een verordening inzake een acceptatieplicht van eurobankbiljetten en euromunten. Een verstandig voorstel uit het oogpunt van risicobeheersing en privacybescherming, maar wel met een te brede reikwijdte.
Door Prof. Mr. W.A.K. Rank, Advocaat bij NautaDutilh te Amsterdam en Hoogleraar Financieel Recht aan de Universiteit Leiden
Het voorstel komt erop neer dat eurobankbiljetten en euromunten die ter betaling van een geldschuld worden aangeboden in beginsel door de crediteur moeten worden geaccepteerd. Aanvaarding is verplicht voor de volledige nominale (monetaire) waarde van de betreffende betaalmiddelen. Het in rekening brengen van extra kosten bij een betaling in chartaal geld is niet toegestaan. Het voorstel is gepubliceerd als COM(2023) 364 final.
Afgezien van het feit dat het voorstel niet van toepassing is op online aankopen, bestaan op deze acceptatieplicht slechts twee uitzonderingen. In de eerste plaats mag de crediteur betaling in contanten weigeren als deze weigering te goeder trouw plaatsvindt en daar een goede en tijdelijke reden aan ten grondslag ligt en deze weigering proportioneel is in het licht van concrete omstandigheden buiten de controle van de crediteur. Als voorbeelden worden in dit verband genoemd het geval dat de nominale waarde van een ter betaling aangeboden bankbiljet het bedrag van de schuld disproportioneel overschrijdt en het geval dat de crediteur geen wisselgeld beschikbaar heeft. De bewijslast rust op de crediteur.
In de tweede plaats is weigering van betaling in contanten door de crediteur toegestaan als vooraf is afgesproken dat op een andere wijze dan met chartaal geld zal worden betaald. Van een dergelijke afspraak is geen sprake als een winkelier of een dienstverlener betaling in contanten eenzijdig heeft uitgesloten door een ‘no cash, PIN only’-sticker. De Europese Commissie kan door middel van gedelegeerde regelgeving ook andere uitzonderingen toestaan. Deze uitzonderingen moeten dan wel een algemeen belang dienen en daarmee in proportie zijn.
De laatste jaren zijn overheden en banken vooral bezig geweest om de rol van contant geld terug te dringen. Daarbij vonden zij ook het MKB aan hun zijde. Voor overheden speelt daarbij vooral het bestrijden van fraude, witwassen en terrorismefinanciering. Voor banken is het verwerken van chartaal geld een kostenpost en betekent een verdergaande giralisering meer goedkope funding. Voor het MKB is het goedkoper en veiliger om cliënten digitaal te laten betalen. Tegen deze achtergrond komt het voorstel van de Europese Commissie over als een stap terug. Ofschoon het voorstel primair slechts invulling wil geven aan de consequenties van het zijn van wettig betaalmiddel, lijkt het haaks te staan op een verdere ontwikkeling in de richting van een cashloze samenleving. Vooral in Nederland, waar minder dan 20% van alle betalingen nog met fysiek geld plaatsvindt, zal het voorstel waarschijnlijk zo worden ervaren.
De voortschrijdende digitalisering en giralisering van het betalingsverkeer heeft echter ook een keerzijde. Te noemen is de volstrekte afhankelijkheid van (de infrastructuur van) banken en big tech. Die afhankelijkheid doet zich niet alleen gevoelen bij stakingen van personeel, technische storingen en hacks, maar manifesteert zich ook in het totale gebrek aan privacy dat inherent is aan deze vormen van betaling. Uit het oogpunt van risicobeheersing en privacybescherming lijkt een (beperkte) acceptatieplicht van chartaal geld dan ook verstandig. Op die manier worden bovendien personen die niet digitaal vaardig zijn enigszins gefaciliteerd. In die zin voorziet het voorstel van de Europese Commissie zeker in een behoefte.
Enige aanpassing van het voorstel zou overigens wel wenselijk zijn. Ik denk in dit verband met name aan een beperking van de reikwijdte van het voorstel tot toonbankbetalingen en een verdere uitbreiding en concretisering van de uitzonderingen op de acceptatieplicht.