BDO: Pensioenfondsen worstelen met communicatie naar deelnemers
BDO: Pensioenfondsen worstelen met communicatie naar deelnemers
Pensioenfondsen maken serieus werk van de voorbereidingen op de transitie en boeken ook vooruitgang. Meerjarenonderzoek van BDO Accountants & Adviseurs laat tegelijkertijd zien dat er nog forse uitdagingen liggen voor het realiseren ervan. Met name het wegen van de belangen van alle deelnemers, daarin keuzes maken en er helder over communiceren, blijkt tijdrovende en complexe materie.
Nu ook de Eerste Kamer haar goedkeuring heeft gegeven, is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) een feit. In 2028 moet de volledige transitie zijn afgerond. Of de pensioenwereld de € 1.500 miljard aan pensioengelden op tijd weet op te knippen en verdelen over ‘persoonlijke potjes’, is de vraag. 'De belangenafweging en besluitvorming is enorm complex. De deelnemersgroepen zijn divers terwijl bestuurders voor al die groepen de juiste keuzes moeten maken. Dit moet evenwichtig gebeuren terwijl het niet altijd valt te objectiveren,' zegt Ryan de Waard, Director Financial Services bij BDO.
Concrete communicatie loopt achter
De nieuwe pensioenwet stelt strenge eisen aan de communicatie naar pensioendeelnemers. Deze moet transparanter, persoonlijker en eerlijker over de onzekerheden en mogelijke risico’s. Een derde van de pensioenfondsen (32%) beaamt dat communicatie de meeste aandacht vraagt tijdens het transitietraject. Tegelijkertijd zegt 65% van de fondsen de informatiebehoefte van deelnemers nog niet goed in beeld te hebben. 18% weet sowieso nog niet welke informatie ze volgens de wet moeten communiceren.
Werner Hoeve, Partner Financial Services bij BDO, waarschuwt voor de gevolgen van niet-volledige of onzorgvuldige communicatie: “In dit soort complexe trajecten is communicatie het smeermiddel. Als achteraf blijkt dat deelnemers overvallen of verrast worden door de keuzes die fondsen gemaakt hebben, brokkelt het draagvlak af.”
Piekbelasting dreigt
Een ander risico voor het succesvol verlopen van het transitietraject is het feit dat een groot deel van de fondsen in hetzelfde jaar wil invaren. Nagenoeg de helft van de fondsen verwacht dit in 2026 te doen. Zo’n 16% richt op het jaar daarna en 3% stelt het invaren uit tot het laatste moment: 2028.
Een op die tien fondsen vaart niet in. Omdat de helft van alle fondsen in hetzelfde jaar wil invaren, bestaat het risico op piekbelasting bij de pensioenuitvoeringsorganisaties (PUO’s), maar ook bij andere pensioendienstverleners, adviseurs en uiteraard bij De Nederlandsche Bank (DNB), die alle aanvragen van fondsen moet beoordelen en goedkeuren. Het grote aantal stakeholders en de intensieve onderlinge afstemming heeft ook effect op de uitvoeringskosten, zeggen de fondsen. De beoogde besparing daarop wordt niet gehaald, denkt meer dan 5%
Ryan de Waard: 'Adequate en realistische projectplanning door de fondsen is essentieel. De uitdaging is en blijft dan ook om het invaren door de fondsen gespreid plaats te laten vinden en tijdig goede afspraken te maken met alle betrokken partijen om deze grote transitie te laten slagen.'