J.P. Morgan Private Bank: Moeten beleggers zich zorgen maken over verkiezingen VS?
J.P. Morgan Private Bank: Moeten beleggers zich zorgen maken over verkiezingen VS?
Te midden van beursrecords, retoriek van centrale banken en de start van het jaarcijferseizoen is het jaar alweer druk begonnen. Alsof dat nog niet genoeg is, is 2024 ook het jaar van de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Op dit moment ziet het er naar uit dat over 10 maanden Biden en Trump opnieuw tegenover elkaar komen te staan. In de aanloop naar de verkiezingsdag staat er nog veel te gebeuren, waar beleggers zich zorgen over kunnen maken.\
Madison Faller, Head of Market Intelligence bij J.P. Morgan Private Bank neemt alvast een paar zorgen weg door drie veelvoorkomende Amerikaanse verkiezingsmythes over de financiële markten te ontkrachten.
Mythe 1: Aandelen doen het niet goed in een verkiezingsjaar
Werkelijkheid: Rendementen in verkiezingsjaren en niet-verkiezingsjaren zijn meestal niet zo verschillend.
Faller heeft gekeken naar hoe de S&P 500 het in beide gevallen heeft gedaan. Teruggaand tot 1928, behaalden aandelen gemiddeld 7,5% rendement in verkiezingsjaren, vergeleken met 8,0% in de jaren zonder verkiezingen. Iets zwakker, maar nog steeds solide.
Toch zijn verkiezingsjaren meestal volatieler dan andere jaren, vooral in de aanloop naar de verkiezingsdag. Het gemiddelde verkiezingsjaar sinds 1980 heeft bijvoorbeeld een intra-year drawdown van ongeveer 17% tegenover 13% in niet-verkiezingsjaren.
Volatiliteit is een kenmerk van beleggen in elk jaar, maar het is meestal meer uitgesproken naarmate huishoudens worstelen met meer onzekerheid. Maar als die onzekerheid wegebt naarmate de verkiezingsresultaten bekend worden gemaakt, hebben aandelen de neiging om te stijgen door een gevoel van duidelijkheid over de weg voorwaarts.
Mythe 2: De markten zullen crashen als deze of gene kandidaat wint
De realiteit: In het verleden hebben markten zowel dalingen als stijgingen laten zien bij een verkiezingsoverwinning van een Democraat of een Republikein. Uiteindelijk is het economische klimaat meestal belangrijker.
Aandelen hebben de neiging om te stijgen in de nasleep van verkiezingen, maar het is waar dat sommige verkiezingsjaren grotere schommelingen hebben gekend dan andere. Maar dat heeft meestal meer te maken met de onderliggende macro-economische achtergrond dan met de verkiezingen zelf.
Bij de laatste presidentsverkiezingen in 2020 waren het bijvoorbeeld het afsluiten en heropenen van de samenleving als gevolg van de pandemie die de markten het meest beïnvloedden, in plaats van de verschillende ideologieën tussen de huidige president Biden en de toenmalige president Trump.
Of denk aan 2008, toen de Democraat Barack Obama het opnam tegen de Republikein John McCain: de zich ontvouwende wereldwijde financiële crisis was de belangrijkste drijfveer, in plaats van de tegengestelde standpunten van de kandidaten over de oorlog in Irak en het gezondheidsbeleid.
Mythe 3: De Federal Reserve verandert het beleid niet in verkiezingsjaren
Werkelijkheid: De Fed is er niet voor teruggeschrokken om de rente te verhogen of te verlagen in verkiezingsjaren.
Sinds de jaren ‘50 is 2012 het enige verkiezingsjaar waarin de Fed de rente niet verhoogde of verlaagde. Net als bij mythe #2 suggereert dit dat de economie, en niet de politiek, het monetaire beleid bepaalt. Faller denkt dat het dit jaar niet anders zal zijn.
De Fed richt zich op dit moment op hoe ze de Amerikaanse economie zachtjes kan laten landen, en dat is geen eenvoudige taak. De ommezwaai naar renteverlagingen vergt behoedzaam beleid zodat de te hoge inflatie volledig de kop wordt ingedrukt en de groei niet omslaat in een recessie.
Zodra de verkiezingsuitslag bekend is, kunnen de beleidsvoorstellen van de nieuwe regering de verwachtingen voor groei, inflatie en zelfs bedrijfswinsten veranderen. Sommige voorstellen kunnen ook van invloed zijn op individuele sectoren die nauw met elkaar verbonden zijn.
Op dit moment in de verkiezingsrace is het nog te vroeg om die mogelijke gevolgen te schetsen en, belangrijk, niet alle beleidsvoorstellen worden aangenomen. Voorstellen met een grote impact lijken alleen te worden aangenomen als één partij het Witte Huis en het Congres controleert, en zelfs dan worden beleidsmakers vaak geconfronteerd met uitdagingen en knelpunten.
Waar moeten beleggers dit verkiezingsjaar rekening mee houden?
Hoewel politiek sterke emoties kan oproepen, moeten beleggingsdoelen voor de lange termijn niet uit het oog worden verloren. Faller meent dat de economie de belangrijkste drijfveer zal blijven voor beleidsbeslissingen en de markten in het algemeen.
Natuurlijk zijn er risico's, zoals inflatie en geopolitiek, maar als de groei aanhoudt, de prijsdruk afneemt en de Fed het pad van versoepeling inslaat, zal het komende jaar volop kansen bieden voor multi-asset beleggers.