PFZW: Slechts zeven beursgenoteerde olie- en gasbedrijven in portefeuille
PFZW: Slechts zeven beursgenoteerde olie- en gasbedrijven in portefeuille
PFZW heeft eind 2023 het tweejarige ‘engagement’ programma, gericht op de olie- en gassector, afgerond. Zeven beursgenoteerde olie- en gasbedrijven met een overtuigende klimaatstrategie blijven onderdeel uitmaken van de beleggingen. De overige bedrijven zijn verkocht. Dit draagt bij aan het doel om meer te beleggen in bedrijven die een positieve rol spelen in de wereldwijde energietransitie.
De zeven bedrijven (Cosan S.A., Galp Energia, Granuul Invest, Neste Oyj, OMV A.G., Raízen S.A. en Worley Limited), waarin PFZW belegd blijft, zijn voorlopers in de energiesector. Deze bedrijven zetten overtuigend in op de omschakeling van fossiele naar hernieuwbare energiebronnen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zonne-energie en biobrandstoffen.
Galp, Neste en OMV werken toe naar minstens 30% productie van dit soort klimaatoplossingen in 2030. Worley is een dienstverlener aan energiebedrijven en werkt toe naar steeds meer omzet uit het faciliteren van alternatieven voor fossiel. De ondernemingen, Cosan, Granuul Invest en Raízen, produceren op dit moment al voornamelijk energiebronnen met een lage CO2-voetafdruk.
Deze ronde desinvesteringen betekent voor PFZW de afronding van een tweejarig programma. In deze periode werd de aandeelhoudersdialoog met olie- en gasbedrijven sterk geïntensiveerd om hen aan te sporen te komen tot verifieerbare plannen. In die plannen dienden deze bedrijven te komen met oplossingen voor het klimaatvraagstuk in lijn met het Parijs Akkoord.
Het grootste deel van de fossiele energiebeleggingen is nu verkocht, omdat die ondernemingen geen of onvoldoende stappen hebben gezet in de overgang naar een schonere energiemix. Deze stap betekent dat PFZW afscheid heeft genomen van grote spelers in de olie- en gasmarkt, waaronder Shell, BP en TotalEnergies. In totaal zijn de belangen van 310 bedrijven verkocht met een totale waarde van 2,8 miljard euro.
Joanne Kellermann, bestuursvoorzitter van PFZW:
'De intensieve aandeelhoudersdialoog, die we de afgelopen twee jaar met de olie- en gassector over klimaat hebben gevoerd, heeft ons duidelijk gemaakt dat de meeste fossiele energiebedrijven niet bereid zijn hun bedrijfsmodel aan te passen aan ‘Parijs’. De grootste bedrijven in deze sector investeren weliswaar wel in het duurzame vormen van energie, maar de overschakeling van fossiel naar hernieuwbaar gaat lang niet snel genoeg. Dit weerspiegelt overigens het trage tempo dat we wereldwijd zien in de overstap naar hernieuwbare energie. De zeven bedrijven waarin we nu blijven beleggen, zijn de enige die laten zien dat een omschakeling mogelijk is. Tegelijkertijd is het teleurstellend dat het er maar zeven zijn. We moedigen de grootste spelers in de fossiele sector aan om ook te versnellen in de omschakeling naar een schonere energiemix. Bij de COP28 is wederom geconcludeerd dat haast maken een absolute noodzaak is. Bovendien laten veel van onze deelnemers ons weten, dat zij een snelle energietransitie belangrijk vinden.'
We beleggen steeds meer in bedrijven die bijdragen aan de verbetering van het klimaat en de energietransitie. Dit moet bijdragen aan de bredere ambitie van PFZW om vanaf 2030 voor vijftien procent van het totale vermogen in klimaatoplossingen belegd te zijn, dus die bijdragen aan de klimaat-SDG’s van de Verenigde Naties. De komende twee jaar wordt twee miljard euro uitgetrokken voor beleggingen in ondernemingen met meetbare impact op klimaat en energietransitie.
Met de afronding van het tweejarig programma richt de aandacht van PFZW zich inmiddels op de grote afnemers van fossiele brandstoffen zoals elektriciteitsbedrijven en producenten van materialen met een hoge CO2-voetafdruk. Ook deze ondernemingen vragen we ambitieuze transitiestrategieën te ontwikkelen om bij te dragen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs. PFZW werkt toe naar een klimaat neutrale beleggingsportefeuille in 2050. Om daar te komen sturen we nu eerst op 50% absolute CO2-reductie in 2030 voor aandelen, liquide krediet, en vastgoed.