Capital Group: Amerikaanse rentecurve wordt steiler
Capital Group: Amerikaanse rentecurve wordt steiler
De rente op Amerikaanse staatsobligaties is in het eerste kwartaal gestegen en heeft daarmee wat goedgemaakt van de aanzienlijke dalingen van het voorgaande kwartaal.
De veerkracht van de Amerikaanse economie heeft zowel de timing vertraagd als de omvang verminderd van de verwachte renteverlagingen, die medio januari een piek van bijna 170 basispunten (bps) bereikten. Aan het einde van het kwartaal was de prognose van de markt in lijn met die van de Fed, die 75 basispunten aan verlagingen voorziet in 2024.
Vermogensbeheerder Capital Group blijft gepositioneerd voor een steilere rentecurve, hierin gesteund door een analyse van vier belangrijke elementen: economische fundamentals, beleidsfundamentals, waarderingen en technische factoren.
'We zien in meerdere scenario's mogelijkheden voor een steilere rentecurve, met bijvoorbeeld een bescheiden aanscherping in het geval van een zachte landing en een aanzienlijk steilere curve in het geval van economische zwakte.
Ondanks sterkere inflatiecijfers dan verwacht, blijven we een gunstig economisch resultaat verwachten, waarbij de inflatie blijft dalen in de richting van 2%. Een mogelijke verzwakking van de arbeidsmarkt en een aanhoudende normalisering van de inflatie kunnen ertoe leiden dat de Fed de rente meer verlaagt dan momenteel in de termijnmarkt is ingeprijsd. Dat zou resulteren in een bull steepening van de rentecurve, en dus dat de kortetermijnrente sneller daalt dan de langetermijnrente.
Vanuit het oogpunt van het begrotingsbeleid blijven de tekorten groot. Hoewel ze dit jaar naar verwachting niet zo wezenlijk aan de groei zullen bijdragen, kunnen ze de curve steiler maken waardoor de langetermijnrente sneller stijgt dan de kortetermijnrente. Dat was ook te zien in het derde kwartaal van 2023, toen de termijnpremie aanzienlijk steeg als reactie op het tekort en de bezorgdheid over het aanbod van Amerikaanse staatsobligaties.
Ook de waarderingen en de technische ontwikkelingen ondersteunen een steilere rentecurve. De omgekeerde rentecurve blijft bijzonder extreem, zeker gezien het huidige inflatieniveau. Maart was de 21e maand op rij dat de rente op tweejaarse, Amerikaanse staatsobligaties hoger was dan de rente op tienjaarse Treasuries. Dat is de langste periode in 70 jaar. De negatieve carry die aan de positie is verbonden, zal afnemen naarmate de Fed verlagingen doorvoert en de kosten van het aanhouden van de positie verlaagt. Ten slotte is het aanhoudende aanbod van staatsobligaties een technische factor die waarschijnlijk een opwaartse druk op de langetermijnrente zal blijven uitoefenen.
Gezien de onzekere timing van de renteverlagingen, is het logisch om de blootstelling aan een steiler wordende curve te koppelen aan een kleine relatieve onderweging van duration om bescherming te bieden tegen een mogelijke bear-afvlakking.'