Ebury: Financiële markten in afwachting van nieuwe gegevens en beleidsnieuws
Ebury: Financiële markten in afwachting van nieuwe gegevens en beleidsnieuws
Vorige week was het rustig op het gebied van nieuws en beleidsontwikkelingen, en zowel de valutamarkten als de obligatiemarkten en risicovolle activa in het algemeen bewogen binnen vrij nauwe marges.
De handelsthema’s van de afgelopen maanden blijven de boventoon voeren. Markten stellen het tijdstip voor renteverlagingen steeds verder uit, vooral in de VS. Wereldwijd laten economieën over het algemeen positieve cijfers zien, maar de inflatie blijft hardnekkig boven de doelstellingen van de centrale banken, wat de tijd en ruimte voor renteverlagingen steeds meer beperkt.
Ook deze week zijn er weinig belangrijke data en monetair beleidsnieuws te verwachten. Een datapunt die mogelijk wordt onderschat door de markten, is het voorlopige inflatierapport voor mei uit de eurozone dat donderdag wordt gepubliceerd. De inflatiecijfers in de belangrijkste economieën zijn over het algemeen hoger dan verwacht, wat erop wijst dat de inflatieheropleving in de VS eigenlijk een wereldwijd fenomeen is in plaats van een binnenlands probleem. Elke opwaartse verrassing zou betekenen dat de verwachtingen voor renteverlagingen door de ECB verder worden uitgesteld dan de geplande verlaging in juni en zou de euro mogelijk versterken.
Belangrijke valuta in detail
Euro
De PMI-indices voor bedrijfsactiviteiten in mei waren iets zwakker dan verwacht, maar wijzen nog steeds op een solide, zij het niet spectaculaire, economische groei, met een sterke dienstensector die de zwakte in de industriële activiteit compenseert. Communicatie van de ECB bevestigde dat een renteverlaging in juni zeker is, maar net als elders blijven markten het tijdstip voor toekomstige verlagingen verder uitstellen.
Rentetransacties verwachten nu niet langer een tweede volledige renteverlaging voor halverwege de herfst, en voor heel 2024 worden momenteel minder dan twee verlagingen ingeprijsd. Onze focus ligt op het belangrijke voorlopige inflatierapport voor mei. Als we hier soortgelijke opwaartse verrassingen zien als elders, verwachten we dat de gemeenschappelijke valuta weer aan kracht wint.
Pond
De Britse inflatiegegevens voor april waren de laatste aanwijzingen dat de desinflatietrend van 2023 in veel regio’s is gestagneerd. Hoewel sommige kerncijfers onder de 4% daalden door basiseffecten, waren de resultaten veel hoger dan de markten hadden verwacht. De diensteninflatie blijft hardnekkig hoog, rond de 6%, en rentetransacties verwachten nu geen renteverlaging voor september, wat past in de bredere trend van minder verlagingen later, die we ook in andere geavanceerde economieën zien.
De aankondiging van verkiezingen op 4 juli had nauwelijks effect op de markten, aangezien deze al rekenen op een overweldigende overwinning van Labour. Hogere rentetarieven voor een langere periode en de over het algemeen positieve toon in de Britse economische data blijven een rally van het pond ondersteunen.
Dollar
De rente over de hele curve in de VS blijft langzaam maar gestaag stijgen. Vorige week was het gebrek aan belangrijke data niet de drijvende kracht, maar eerder de havikachtige communicatie van de Federal Reserve die de stijging voedde.
Het is nu moeilijk te geloven, maar aan het begin van het jaar rekenden markten op meer dan zes verlagingen van 25 basispunten in 2024, terwijl de laatste verwachtingen nauwelijks meer dan één verlaging inhouden, met minder dan een 50% kans op een verlaging in september.
Alles draait om inflatie, en het hoogtepunt van deze week zal de Personal Consumption Expenditures (PCE) inflatie-index voor mei zijn, die donderdag wordt vrijgegeven. Deze index, een alternatief voor het eerdere CPI-rapport, heeft de voorkeur van Fed-functionarissen. Economen verwachten optimistisch een lager maandcijfer dan de CPI, en elke teleurstelling kan ertoe leiden dat markten de kans op verlagingen in 2024 opnieuw beoordelen.