Janus Henderson: Hogere rente en markthervormingen maken Europese en Japanse banken nog aantrekkelijker

Janus Henderson: Hogere rente en markthervormingen maken Europese en Japanse banken nog aantrekkelijker

Banks
Koers analyse asset-allocatie (Shutterstock)

Ondanks de groeiende winstgevendheid worden veel Europese en Japanse financiële instellingen verhandeld met een korting, gehinderd door een verleden van trage groei. Dit zou een kans kunnen bieden voor actieve beleggers, zeggen portefeuillebeheerders Julian McManus en Christopher O’Malley van Janus Henderson.

Tot voor kort werden Europese en Japanse financiële instellingen zelden gezien als kansrijke beleggingen, zo geven McManus en O’Malley aan. Vaker hoorden beleggers over bankschandalen en afnemende winstgevendheid in tijden van negatieve rente, en meden zij deze bedrijven.

Maar de laatste tijd verandert dit beeld. Sinds eind 2022 heeft de TOPIX Banks Index, een benchmark van Japanse banken genoteerd aan de Tokyo Stock Exchange, een cumulatief rendement van 78,4% behaald en de STOXX Europe 600 Banks Index is met bijna 60% gestegen. Ter vergelijking: de S&P 500® Index behaalde over dezelfde periode een totaalrendement van net iets minder dan 50%. (Alle rendementen in lokale valuta).

Hoe indrukwekkend deze stijgingen ook zijn, ze zijn volgens McManus en O’Malley nog niet voorbij. Zij menen dat de hogere rente en bedrijfs- en markthervormingen, Europese en Japanse financiële instellingen nog meer opwaarts potentieel kunnen bieden.

Genormaliseerde rente verhoogt de winsten
McManus: 'Voor 2022 hadden de Europese Centrale Bank (ECB) en de Bank of Japan (BoJ) een nul- of negatieve rente ingesteld om de Europese en Japanse economie te stimuleren. In Europa hield de negatieve rente ongeveer een decennium stand; in Japan duurde dit acht jaar. Gedurende die tijd werden de netto rentebaten van banken geraakt, omdat het verschil tussen de rente die werd betaald op deposito's en die werd verdiend op leningen kleiner werd, en omdat instellingen soms moesten betalen om overtollige reserves bij centrale banken aan te houden, in plaats van rente te ontvangen.

Maar toen de inflatie na de Covid-pandemie oplaaide, veranderde het monetaire beleid van koers en stegen de rentetarieven naar niveaus die in decennia niet meer waren gezien. De BoJ was de laatste centrale bank die actie ondernam, maar inmiddels is de rente – voor het eerst in 17 jaar – in 2024 al twee keer verhoogd.

Daarna zijn de netto rentemarges van banken gestegen, en bereikten in het eerste kwartaal van 2024 gemiddeld 1,62% in Europa, een stijging ten opzichte van een dieptepunt van 1,18% in 2021. Een vergelijkbare trend wordt verwacht in Japan. Eind 2023 voorspelden grote Japanse banken dat een stijging van 10 basispunten in de kortetermijnrente de jaarlijkse netto rentebaten met maar liefst ¥35 miljard ($240 miljoen) zou verhogen.'

Bedrijfshervormingen en marktstructuur verhogen aandeelhouderswaarde
O’Malley: 'Hoewel sommige centrale banken nu beginnen met het versoepelen van het monetaire beleid, is het onwaarschijnlijk dat de rente terugkeert naar het nulpunt, gezien de huidige inflatieniveaus en de nog steeds veerkrachtige economische groei. Het uitblijven van een recessie heeft bovendien geholpen de groei van slechte leningen binnen de perken te houden.

Nieuwe bedrijfs- en marktstructuren zorgen ook voor langdurige voordelen. In Europa hebben banken ruim een decennium besteed aan het verbeteren van de omvang en kwaliteit van hun kapitaalreserves als onderdeel van regelgevende veranderingen na de wereldwijde financiële crisis, waarbij de laatste regels nog steeds worden ingevoerd. Tegelijkertijd hebben risicobeheersings- en kostenbesparingsmaatregelen, die werden aangescherpt tijdens de periode van negatieve rente, de operationele efficiëntie van veel bedrijven aanzienlijk verbeterd.

Consolidatie binnen de sector is een andere gunstige ontwikkeling geweest. In Denemarken bijvoorbeeld hebben vier banken nu meer dan 80% van de spaardeposito’s in het land in handen. Meer in het algemeen hebben geldmarktfondsen in Europa minder marktaandeel dan in de VS, wat de druk beperkt om de rente op spaarrekeningen te verhogen om deposito’s aan te trekken. In maart 2023, te midden van een reeks bankfaillissementen in de VS, zagen Europese geldmarktfondsen bijvoorbeeld instromen van $19,3 miljard. In de VS bedroegen de instromen voor die maand in totaal $367 miljard.

In Japan heeft een mandaat van de Tokyo Stock Exchange in 2023, waarin beursgenoteerde bedrijven werden verplicht hun bedrijfswaarde te verbeteren — of het risico lopen van de beurs te worden verwijderd — de focus van banken op aandeelhoudersrendement verscherpt. Dit omvatte het afbouwen van kruisparticipaties in andere bedrijven, waardoor kapitaal vrijkwam dat aan investeerders kan worden teruggegeven in de vorm van dividenduitkeringen en aandeleninkoop. Zo wordt verwacht dat de drie grootste Japanse financiële instellingen van 2022 tot 2026 hun jaarlijkse dividend per aandeel met in totaal 60% of meer zullen verhogen.'

Rekening houden met ‘anchoring bias’
Ondanks deze positieve trends worden Europese en Japanse bankaandelen nog steeds verhandeld tegen een koers-boekwaarderatio van minder dan 1, wat aanzienlijk lager is dan die van Amerikaanse branchegenoten. P/B-ratio's weerspiegelen de marktwaardering van een bedrijf ten opzichte van de netto activa van de onderneming, aldus de portfolio managers.

Hoewel enige korting gerechtvaardigd kan zijn, geloven McManus en O’Malley dat het waarderingsverschil ook het gevolg is van ‘anchoring bias’— een neiging van beleggers om te verwijzen naar de eerdere ondermaatse prestaties van Europese en Japanse banken bij het nemen van beleggingsbeslissingen.