Paul Collier: Alleen regionale stimulering neemt frustratie over verloedering weg

Paul Collier: Alleen regionale stimulering neemt frustratie over verloedering weg

Politics UK
Paul Collier (photo archive Blavatnik School of Government) 980x600.jpg

Het is niet verwonderlijk dat het merendeel van de recente rellen in het Verenigd Koninkrijk plaatsvond in het noorden. Dat is een regio die de afgelopen jaren is genegeerd. Aandacht voor economische groei alleen is echter niet genoeg om het tij te keren. Het gaat erom achtergebleven regio’s uit het slop te trekken.

Door Joost van Mierlo

Paul Collier is Hoogleraar Economie aan de exclusieve Blavatnik School of Government in Oxford. Met door de Oekraïense miljardair Leonard Blavatnik gedoneerde miljoenen worden daar de politieke leiders van de toekomst opgeleid. Collier daagt hen vooral uit. Zijn boodschap is al jaren dat het neoliberale kapitalisme te ver is doorgeschoten.

In zijn meest recente boek ‘Left Behind’ richt Collier zijn pijlen op de regionale verschillen die zijn ontstaan door een ongebreidelde focus op economische groei. Vooral zijn eigen Verenigd Koninkrijk moet het ontgelden. ‘Het noorden van het land is verwaarloosd. Het is geen wonder dat mensen daar verontwaardigd over zijn.’

Het Verenigd Koninkrijk werd onlangs geconfronteerd met anti-immigratie demonstraties die uitliepen op rellen. Verbaast u dat?

‘De rellen zijn onmiddellijk gekwalificeerd als uitingen van anti-immigratie sentiment en van rechts-extremisme. Daar is ontegenzeggelijk iets voor te zeggen. Maar het is niet verwonderlijk dat de meeste rellen plaatsvonden in steden in het noorden van Engeland. Dat is een gedeelte van het land dat de afgelopen jaren is genegeerd.

Ik denk dat de rellen veel meer voortkomen uit een gevoel van frustratie dan uit racisme of kwade gevoelens ten opzichte van immigranten. Er is een groot verschil tussen het zuidoosten en het noorden van Engeland. De economische groei van de laatste decennia heeft vooral in het zuidoosten plaatsgevonden.

Het is dan ook geen wonder dat de immigratie in het zuidoosten een veel grotere rol speelt dan in het noorden. Immigranten gedragen zich volkomen natuurlijk door te kiezen voor een plek waar de mogelijkheden voor hen het beste zijn. Dat is de reden waarom ze vooral in de regio rond Londen te vinden zijn.’

Ooit waren de noordelijke steden trotse industriesteden. Nu ogen ze vooral verloederd. Is dat geen logisch gevolg van het wegtrekken van de industrie naar lagelonenlanden?

‘De de-industrialisatie was niet te voorkomen. Maar het ligt aan de keuzes van Britse regeringen dat er niets voor in de plaats is gekomen. Landen als Nederland en Duitsland, waar de industrie nog altijd een grote rol speelt, hebben dat heel anders aangepakt. In het VK werd sinds de jaren van Margaret Thatcher gedacht dat de markt zijn gang moest kunnen gaan. Economische krachten zouden ervoor zorgen dat de overal aanwezige mogelijkheden volledig zouden worden benut. Het is een extreme neoliberale vorm van kapitalisme, die schrikbarende consequenties heeft. Er is sprake van een selffulfilling prophecy. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat kinderen op lagere scholen in het noorden nauwelijks gemotiveerd zijn om naar school te gaan, omdat ze door hun leeftijdsgenoten in het zuiden van het land als achterlijk worden beschouwd. Het is een heel ernstige situatie.’

 

In het VK werd sinds de jaren van Margaret Thatcher gedacht dat de markt zijn gang moest kunnen gaan.

 

De regering van Boris Johnson kreeg juist veel steun in het noorden, omdat hij koos voor ‘leveling up’. Met hulp van de overheid zou de achterstand er worden gekeerd. Wat is daarvan terecht gekomen?

‘Niets. Je kunt het niet anders formuleren. Het is bij vage beloftes gebleven. Dat past natuurlijk wel bij iemand als Boris Johnson, maar het is ook de cultuur van de Britse politiek die hieraan mee heeft geholpen.

Laat me dat uitleggen. De leveling up-agenda kwam in handen van Michael Gove, naar mijn mening een intelligente man en misschien wel de meest getalenteerde minister van de afgelopen tien jaar. Een van de grote problemen was dat het stimuleren van de groei in het noorden verwezenlijkt diende te worden door een samenwerking tussen tal van ministeries.

Dat is onder normale omstandigheden al lastig genoeg. Zelfs de Britse premier heeft moeite om dat voor elkaar te krijgen. Maar in het geval van Gove betekende het dat hij steun moest krijgen van Conservatieve politici, die er, zoals ook gold voor hemzelf, alles aan gelegen was om zich te profileren en zo in aanmerking te komen voor het partijleiderschap als opvolger van eerst Johnson, daarna Liz Truss en de laatste jaren Rishi Sunak. Mocht leveling up een succes worden, dan zou dat afstralen op Gove. Geen van zijn concurrenten in de partij gunden hem dat.’

Pure kinnesinne dus. Maar uit uw boek blijkt dat er niet of nauwelijks geld is gestoken in de beloofde projecten.

‘Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met Sunak. Die heeft simpelweg nooit geloofd in de leveling upagenda. Eerst als minister van Financiën en later als premier heeft hij alle pogingen om te investeren gefrustreerd. Men moet daarbij bedenken dat het ministerie van Financiën een van de meest gecentraliseerde overheidsdiensten is. Alles wordt vanuit Londen geregeld. Alle beslissingen worden vanuit het ministerie genomen.

Je zou kunnen zeggen dat er van de leveling up niets terecht kwam door de desinteresse van Johnson en daarna door de tegenwerking van Sunak en de andere ministeries. Het resultaat is echter dat de frustratie over de nog altijd oplopende verschillen alleen maar groter is geworden. Het is echt spelen met vuur.’

 

De frustratie over de nog altijd oplopende verschillen is alleen maar groter geworden. Het is echt spelen met vuur.

 

Terug naar de rellen. Wat vindt u van de reactie van de Labour-regering?

‘In zekere zin is die teleurstellend. Er is natuurlijk wel iets te zeggen voor harde en snelle straffen voor relschoppers. Maar het geeft te denken dat geen enkele minister, laat staan de premier, een poging heeft gedaan om begrip te wekken voor de onderliggende frustratie. Het zou helpen als iemand had gezegd dat er veel redenen zijn om kwaad te zijn over de ontstane situatie. Daarmee zou het ook mogelijk zijn geweest om de aandacht te verschuiven van anti-immigratie naar het creëren van nieuwe mogelijkheden voor het noorden. Daar ontbreekt het vooralsnog aan.’

U noemde eerder Duitsland als een voorbeeld waar het beter is aangepakt. Waar doelde u op?

‘Ik kijk dan met name naar de manier waarop Duitsland is omgegaan met de integratie van Oost-Duitsland. De productiviteit in de OostDuitse staten was nog geen kwart van die in het westen. Die achterstand in inmiddels vrijwel ingehaald. Niet helemaal, jammer genoeg, wat de oorzaak is van veel politieke frustratie, maar het is in ieder geval veel succesvoller gebleken dan in het VK, waar gewoonweg niets is gebeurd.

Bondskanselier Helmut Kohl maakte vanaf 1992 duidelijk dat er enorm geïnvesteerd moest worden om de Oost-Duitse economie uit het slop te trekken. Het ging uiteindelijk om het onvoorstelbare bedrag van een overdracht van jaarlijks € 70 miljard. Hij maakte van meet af aan duidelijk dat dit alleen gerealiseerd kon worden met belastingverhogingen.

Kohl zorgde ervoor dat het initiatief brede politieke steun had en, belangrijker, dat het geld werd verdeeld over de diverse regio’s. Het zorgde ervoor dat overal verschillende initiatieven ontstonden. Men kon op die manier leren van elkaars fouten. Het is echt een schoolvoorbeeld van hoe regionale stimulering moet worden aangepakt.’

Hielp het daarbij dat Duitsland een bondsrepubliek is met een ongebruikelijke autonomie voor de diverse bondsstaten?

‘Jazeker, die autonomie is erg belangrijk en iets dat gekopieerd zou moeten worden in het VK. Maar het gaat nog verder. Ik ken de huidige kanselier Olaf Scholz nog van zijn periode in Hamburg. De autonomie van die stad is ongekend. Het geeft ook een duidelijk gevoel van trots. Iemand in Hamburg zou met geen haar op zijn hoofd verklaren liever in Berlijn te zijn, terwijl in Sheffield, de staalstad waar ik ben geboren, een grote afgunst bestaat ten opzichte van Londen.’

 

Waar Trump ontevreden kiezers aanspreekt, heeft Biden met zijn inflation reduction act ervoor gezorgd dat honderden miljarden worden uitgegeven in regio’s die zijn achtergebleven.

 

Hoe kijkt u naar de situatie in de Verenigde Staten? Ook daar lijkt grote frustratie te bestaan onder een grote groep Amerikanen die het gevoel heeft in de steek te zijn gelaten door politici.

‘Ja, het is een groep die de afgelopen jaren massaal op Donald Trump heeft gestemd. Wat je ook over hem kunt zeggen, hij is nu eenmaal een magistrale communicator. Dat geldt niet voor Joe Biden. Waar Trump ontevreden kiezers aanspreekt, heeft Biden met zijn inflation reduction act ervoor gezorgd dat honderden miljarden worden uitgegeven in regio’s die zijn achtergebleven. Dat is heel opmerkelijk voor een land waar de federale economische politiek vaak te wensen overlaat.

Maar Biden heeft dit beleid niet omkleed met een verhaal waarbij hij mensen duidelijk maakte dat het bedoeld was om hen te helpen. En ook Harris hoor ik dat nu niet vertellen. Het lijkt erop dat ze zich vooral richt op haar traditionele achterban, terwijl het politiek veel verstandiger zou zijn om de twijfelende Trump-aanhanger over te halen. Dat kan door te hameren op een heldere boodschap rond de overheidsinvesteringen van de komende jaren. Dat geld gaat echt naar regio’s waar het hard nodig is. Het is in feite een van de echte succesverhalen van leveling up. Het gaat er nu om dit goed te communiceren.’

U heeft met de voorbeelden van Duitsland en de VS duidelijk gemaakt dat initiatieven van de federale overheid werken als deze decentraal worden uitgevoerd. China heeft de afgelopen decennia een enorme groei doorgemaakt, waar tal van regio’s bij betrokken zijn geweest. Is dat ook een succesverhaal?

‘Je moet wat mij betreft een onderscheid maken tussen het China van Deng Xiaoping, toen het land vanuit een situatie van ongekende armoede een brede groei verwezenlijkte, en de huidige, meer centralistische tendens onder Xi Jinping.

Deng hanteerde een model waarin regio’s een grote autonomie hadden. Net als in het voorbeeld van Duitsland waren de diverse regio’s in staat om te leren van elkaars fouten. Deng bedacht het natuurlijk ook niet allemaal zelf. Met name rond Shanghai werd veel afgekeken van het voorbeeld van Singapore.

Maar met de regionale autonomie en het snelle schakelen dat daardoor mogelijk was, ontstond een model van breed gedeelde economische groei, dat feitelijk ongekend is in de geschiedenis. Ik kijk met enige zorg naar de huidige situatie. Er wordt veel directer aangestuurd vanuit Beijing. Ik denk dat dat ten koste zal gaan van toekomstige groei.’

 

Paul Collier

Sir Paul Collier is Hoogleraar Economics and Public Policy aan de Blavatnik School of Government in Oxford en doceert daar tevens aan St. Antony’s College. Hij was decennialang betrokken bij diverse projecten in ontwikkelingslanden, onder andere als directeur van de Wereldbank. In 2007 schreef hij het succesvolle boek The Bottom Billion op basis van deze ervaringen. De afgelopen jaren publiceert Collier boeken aan de lopende band, zoals The Future of Capitalism (2017) en Greed is Dead (2020) met zijn collega John Kay. Left Behind (2024) is zijn meest recente boek.

Attachments