DNB: Financiering via fintechbedrijven bijna verdubbeld
DNB: Financiering via fintechbedrijven bijna verdubbeld
De omvang van financiering via fintechplatforms van andere partijen dan banken is in twee jaar tijd bijna verdubbeld, blijkt uit nieuw wereldwijd onderzoek van DNB en de Financial Stability Board (FSB). Eind 2023 bedroeg deze vorm van kredietverlening in Nederland € 2,3 miljard.
Er werd voor het eerst in FSB-verband onderzoek gedaan naar financiering door of via deze elektronische platforms. Het gaat dan grotendeels om leningen aan het mkb en voor vastgoed, maar voor een deel ook om consumentenkredieten. Het in kaart brengen van deze relatief nieuwe vormen van financiering vindt DNB nodig om eventuele verschuivingen in kredietverlening naar minder traditionele partijen als gevolg van digitale innovatie te monitoren.
Driekwart van de fintechleningen die aan Nederlandse bedrijven en huishoudens is verstrekt (€ 1,7 miljard), is verleend via platforms die alleen bemiddelen, zogeheten marktplaatsplatforms (crowdfunding). Zij brengen vraag en aanbod bij elkaar, waarbij het specifiek gaat om leningen en bijvoorbeeld niet om donaties, wat bij crowdfunding ook wel voorkomt.
De overige kredieten (€ 0,6 miljard) zijn verleend door platforms die de leningen vanuit hun balans hebben verstrekt en daarover dus zelf risico lopen. Dit zijn de zogenoemde balansplatforms, die zelf zonder tussenkomst van een andere partij kredieten verstrekken.
Terwijl de non-bancaire fintechkredieten de afgelopen twee jaar sterk zijn gegroeid, zijn de leningen die banken hebben verstrekt aan niet-financiële bedrijven en huishoudens (exclusief woninghypotheken) in dezelfde periode met 2% afgenomen. Het uitstaande bedrag van € 2,3 miljard is echter nog altijd maar een klein deel (0,7%) van de bancaire leningen.
Fintechkrediet Nederland in internationaal perspectief
Internationaal gezien vormen de Nederlandse non-bancaire fintechkredieten ongeveer 3% van de in kaart gebrachte wereldwijde fintechleningen. Een belangrijke kanttekening daarbij is dat vooralsnog van slechts tien landen hierover cijfers bekend zijn, waaronder Brazilië, Spanje en Australië. Andere landen verzamelen deze informatie nog niet.
Ook voor Nederland zelf zijn de cijfers nog niet volledig, met name omdat zogeheten ‘buy now, pay later’-platforms nog niet zijn inbegrepen. Dit zijn platforms die het mogelijk maken om een product achteraf of gespreid te betalen. Meer volledige cijfers komen volgend jaar beschikbaar.
Ook totale niet-bancaire financiering groeit
Een deel van deze fintechleningen valt onder de niet-bancaire financiering in Nederland, die jaarlijks door DNB en de FSB in kaart wordt gebracht. Specifiek gaat het dan om financiële instellingen die financiering verstrekken op een manier die sterk lijkt op die van de bank, terwijl ze dat formeel niet zijn.
In totaal ging het in 2023 in Nederland om een bedrag van € 411 miljard, een stijging van 8,5% ten opzichte van de niet-bancaire financiering het jaar daarvoor. Daarmee werd deze markt relatief groter in vergelijking met het Nederlandse bankwezen (€ 2.756 miljard). Was de niet-bancaire financiering in 2022 nog gelijk aan 13,2%, in 2023 is dit gestegen naar 14,9%.
De stijging in 2023 werd voor bijna twee derde veroorzaakt door een groei van de beleggingen bij diverse typen van zogeheten ‘open ended’ beleggingsfondsen (€ +21 miljard tot € 299 miljard). Dat zijn beleggingsfondsen waar investeerders in beginsel makkelijk kunnen uitstappen. Bij andere categorieën van niet-bancaire financiering was sprake van een kleinere toename.