LFDE: De kracht van woorden
LFDE: De kracht van woorden
Wie de reactie van beleggers op de publicatie van de Amerikaanse inflatiecijfers van december bekijkt, zou kunnen concluderen dat de cijfers aanzienlijk beter waren dan verwacht en het inflatiescenario ingrijpend hebben veranderd. De Amerikaanse tienjaarsrente kende de sterkste daling sinds augustus 2024, de Duitse sinds juni, terwijl de Magnificent Seven 3,7% steeg, een van de grootste dagwinsten in twee jaar.
Schijn bedreigt echter. Want het verschil met de prognoses was piepklein. De totale inflatie kwam uit op 2,9% en strookte daarmee perfect met de consensusverwachting. De kerninflatie lag op 3,2% in plaats van de voorspelde 3,3% – en bedroeg eigenlijk 3,248%, op een zucht van een afronding naar 3,3%.
Gespannen beleggerszenuwen
De markten reageerden hevig op licht positief nieuws door gespannen beleggerszenuwen, vooral op de obligatiemarkt, na maanden van stijgende rentes. Dit begon met de verwachting dat Trump zijn inflatoire plannen zou realiseren, werd versterkt door de restrictieve toon van de Fed in december en piekte na sterk arbeidsmarktnieuws in januari. Beleggers temperden hun verwachtingen voor renteverlagingen in 2025, terwijl de Amerikaanse tienjaarsrente steeg van 3,6% in september naar 4,8% in januari, gedreven door inflatiezorgen.
Er is niets in de inflatiecijfers dat de sterke marktreactie rechtvaardigt. Hoewel de inflatie trager daalt in de laatste fase van desinflatie, blijft de onderliggende trend positief. De stijging van huisvestingskosten, een vertraagde factor in de cijfers, neemt verder af. Ook in de dienstensector buiten huisvesting vertraagt de prijsstijging. De recente inflatietoename komt vooral door volatiele componenten (zoals vliegtuigtickets en kleding) of een tijdelijke opleving, zoals bij tweedehandsauto’s. De decembercijfers bevestigen simpelweg de dalende lijn: inflatie in de VS blijft afnemen, langzamer maar zeker.
Invloed van beleggerssentiment
De recente marktontwikkelingen tonen hoezeer het beleggerssentiment economische cijfers en discours beïnvloedt. Trump benadrukt invoerrechten, uitzettingen van immigranten en belastingverlagingen, wat inflatieangst aanwakkert. Powell waarschuwde in december dat de Fed minder zeker is van verdere inflatiedaling vanwege mogelijke effecten van Trumps beleid, zelfs zonder duidelijkheid over de daadwerkelijke maatregelen.
En dan is er tot slot nog het recente discours van Christopher Waller, een van de bestuurders van de Fed. De gewezen vicevoorzitter van de Federal Reserve van Saint Louis, die gewoonlijk tot de 'haviken'[1] wordt gerekend, sloeg onlangs een bijzonder verruimende toon aan. Hij achtte het best mogelijk dat de Federal Reserve de rente in 2025 wel viermaal zou verlagen en sloot niet uit dat ze dat in maart al zou doen. Dat zette een turbo op de daling van de rente die de obligatiemarkten na de positieve inflatiecijfers hadden ingezet.
Onderhoudsbeurt
Enkele dagen voordien had hij gezegd er vertrouwen in te hebben dat de inflatie verder zou afnemen en geoordeeld dat het invoerrechtenbeleid van de regering-Trump slechts een beperkte impact zou hebben op de inflatie. Gezien de invloed die Christopher Waller binnen de Fed heeft, valt niet uit te sluiten dat zijn uitspraken een vorm van 'onderhoudsbeurt' waren waarmee de centrale bank, uit bezorgdheid over het verloop en de hoogte van de lange rente, de markten weer enige rationaliteit wilde bijbrengen.
Voor beleggers schuilt in deze passage een belangrijke les. Uitspraken van invloedrijke personen – politieke leiders, centraal bankiers e.d. – en stemmingswisselingen in de markten genereren volatiliteit op korte termijn waarop kan worden ingespeeld. Op langere termijn fungeert de economische realiteit – in dit geval de verdere afname van de inflatie – meestal echter als een corrigerende factor die overdreven reacties bijstuurt. Dat besef kan helpen om koers te houden wanneer de markten zich weer eens laten meeslepen.