BLI: Verenigde Staten blijven motor wereldeconomie
BLI: Verenigde Staten blijven motor wereldeconomie

De groeicijfers van het vierde kwartaal van 2024 bevestigen dat de Verenigde Staten de wereldeconomie blijven trekken. Hoewel het Amerikaanse bruto binnenlands product de laatste drie maanden van het jaar op jaarbasis slechts groeide met 2,3%, blonk de binnenlandse consumptie met een stijging van 4,2% opnieuw uit. Dat schrijven Guy Wagner en zijn team in hun recentste analyse van de financiële markten.
'De wereldwijde groei werd afgeremd door de normalisering van de privébeleggingen na twee opeenvolgende kwartalen met sterke groei en door de zwakke voorraden', zegt Guy Wagner, chief investment officer (CIO) van BLI - Banque de Luxembourg Investments. Over het hele jaar 2024 is het bbp met 2,8% toegenomen, tegenover 2,9% in 2023. In de eurozone is het bbp in het vierde kwartaal gestagneerd.
Van de vier grootste economieën kon alleen Spanje positieve groei voorleggen. 'De activiteit oogt voornamelijk zwak door de ongunstige vergelijkingsbasis, die aan het einde van het derde kwartaal aangroeide door enkele tijdelijke factoren. De stagnatie in de hele zone lijkt dan ook buitensporig.'
Ondanks de aanhoudende zwakte in de vastgoedsector heeft China zijn officiële doelstelling van 5% bbp-groei op jaarbasis waargemaakt, met name dankzij de sterke exportsector. Door de negatieve impact van de hoge inflatie op de koopkracht van de gezinnen, is het mogelijk dat de Japanse economie in 2024 is gekrompen.
Al enkele maanden stagnerende inflatie
Na een stevige daling sinds de recordniveaus uit 2022 stagneert de inflatie nu al verscheidene maanden. Zo steeg de algemene inflatie in de Verenigde Staten van 2,7% in november naar 2,9% in december. In de eurozone klom de algemene inflatie van 2,4% in december naar 2,5% in januari.
ECB snoeit in depositorente
Zoals verwacht, heeft de Amerikaanse Federal Reserve de richtrente op haar eerste bijeenkomst van 2025 niet gewijzigd en bleef de bandbreedte van 4,25-4,50% behouden. 'In het licht van de robuuste arbeidsmarkt en de hardnekkige inflatie is er voor de monetaire overheden geen reden om het monetaire beleid te blijven versoepelen', verklaart de Luxemburgse econoom.
In de eurozone heeft de Europese Centrale Bank de depositorente daarentegen met 25 basispunten teruggeschroefd, waardoor die nu 2,75% bedraagt. De monetaire overheden verwachten dat de inflatie zal blijven afnemen, en kozen er dan ook voor het beleid verder te versoepelen gezien de zwakke economische groei. De Japanse centrale bank heeft haar voornaamste rentevoet dan weer opgetrokken, waarmee voorzichtig wordt voortgebouwd aan de normalisering van het monetaire beleid die in juli vorig jaar werd ingezet.
Langetermijnrente nagenoeg onveranderd in januari
In januari is de langetermijnrente amper gewijzigd. Door de veerkracht van de Amerikaanse groei en inflatie vielen de rentevoeten op lange termijn niet terug na de fikse heropleving in het vierde kwartaal van het vorige jaar. Hoewel de tienjaarsrente is gedaald in de Verenigde Staten, is ze lichtjes gestegen in Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje.
Aandelenmarkten blijven stijgen
Na twee opeenvolgende jaren met sterke groei bleven de aandelenmarkten in januari de goede richting uitgaan. 'De beurskoersen werden geschraagd door de veerkrachtige Amerikaanse economie, de stabiele inflatie en het vooruitzicht op een ondernemersvriendelijke Amerikaanse regering.'
Hoewel de technologiesector klappen kreeg door de aankondiging van een nieuw Chinees taalmodel op basis van artificiële intelligentie dat even goed of zelfs beter presteert dan die van de Amerikaanse marktleiders, hield de over het algemeen stijgende trend op de beurzen aan. Europa deed het voor één keer beter dan de Verenigde Staten en maakte een klein deeltje goed van de enorme achterstand die het de voorbije jaren had opgelopen. 'Op sectorniveau zetten communicatiediensten, gezondheidszorg en financiën de beste resultaten neer, terwijl basisconsumptiegoederen, vastgoed en technologie achterop hinkten', besluit Guy Wagner.