PGIM Fixed Income: Duitse koerswijziging keerpunt in Europees economisch beleid

PGIM Fixed Income: Duitse koerswijziging keerpunt in Europees economisch beleid

Germany
Katharine Neiss (photo archive PGIM Fixed Income)

Duitsland lijkt een verrassende wending te maken in zijn begrotingsbeleid, wat volgens Katharine Neiss, hoofdeconoom Europa bij PGIM Fixed Income, een potentieel keerpunt betekent voor de bredere Europese economische koers. Ze noemt het een “go big or go home-moment” en stelt dat de strikte Duitse schuldenrem eerder economische groei heeft afgeremd dan ondersteund. De beslissing om extra uitgaven voor defensie en infrastructuur te financieren zou wijzen op een hernieuwde bereidheid om groei te stimuleren en structurele uitdagingen aan te pakken. Tegelijkertijd brengt deze omslag volgens Neiss aanzienlijke risico’s met zich mee, variërend van inflatoire druk tot onzekerheden rond de uitvoering.

De beslissing om extra uitgaven voor defensie en infrastructuur te financieren wijst volgens de hoofdeconoom op een hernieuwde bereidheid om groei te stimuleren en structurele uitdagingen aan te pakken. Tegelijkertijd brengt deze omslag aanzienlijke risico’s met zich mee, variërend van inflatoire druk tot onzekerheden rond de uitvoering.

Een van de grootste obstakels zou zijn dat verhoogde overheidsuitgaven niet automatisch leiden tot snellere realisatie van projecten. “In Duitsland worden infrastructuurprojecten vaak geremd, niet door een gebrek aan financiering, maar door bureaucratie en regelgeving,” merkt Neiss op. Het succes van deze nieuwe strategie hangt volgens haar dan ook af van hervormingen die investeringsprocessen versnellen. Zonder dergelijke hervormingen dreigen de extra uitgaven slechts beperkte economische voordelen op te leveren, terwijl de schuldenlast toeneemt.

Daarnaast rijst volgens de hoofdeconoom de vraag welke eurolanden het Duitse voorbeeld kunnen volgen zonder hun financiële stabiliteit in gevaar te brengen. Opvallend genoeg lijkt Italië op koers om te voldoen aan de Europese begrotingsregels, terwijl Frankrijk zich in een kwetsbaardere positie bevindt. “Als de markten negatief reageren op extra Franse uitgaven, kunnen de leenkosten verder oplopen,” waarschuwt Neiss. Dit onderstreept volgens haar de noodzaak van een gecoördineerde Europese aanpak, waarbij investeringen strategisch bijdragen aan economische groei zonder nieuwe schuldencrisissen te ontketenen.

Neiss wijst erop dat de Duitse plannen verder reiken dan alleen defensie-uitgaven. De oprichting van aparte fondsen voor defensie en infrastructuur duidt op een bredere economische visie: “Je kunt defensie-uitgaven niet zomaar opschroeven zonder tegelijkertijd de bredere economie te versterken.” Dit zou wijzen op een strategische koerswijziging waarbij Duitsland afstapt van rigide begrotingsdiscipline en zich richt op gerichte investeringen die de economische veerkracht op lange termijn moeten herstellen.

 

 

--