Schroders: Actief beheer kan zich nu bewijzen

Schroders: Actief beheer kan zich nu bewijzen

Active & Passive Investing
Richard Oldfield (photo archive Schroders).jpg
Door Richard Oldfield, Group CEO, Schroders

Er is veel te doen over de achteruitgang van actief beleggen, maar veel minder over de risico's en tekortkomingen van een passieve beleggingsaanpak. De markten zouden dit weleens kunnen beseffen.

Om te beginnen liggen mijn kaarten op tafel: Ik sta aan het hoofd van een beleggingsbedrijf waar we vergoedingen vragen voor de beslissingen die we nemen met het geld van klanten. Het zal u dan ook niet verbazen dat ik een fervent voorstander ben van de toegevoegde waarde van actief beleggingsbeheer.

Ik zie echter ook waarde in "passieve" of trackerbeleggingen, die goedkope, brede portefeuilles kunnen bieden die passief de samenstelling van marktindices zoals de MSCI World of de S&P500 weerspiegelen. Die verdienen een plaats. In 2014 adviseerde Warren Buffett dat het geld van zijn echtgenote in een trackerfonds zou moeten gaan, en ik ben het daarmee eens. Het pensioen of de ISA van iedereen zou waarschijnlijk wat passieve posities moeten bevatten als een bron van kosteneffectieve diversificatie.

Ik ben het echter niet eens met wie beweert dat passief beleggen - dat de afgelopen jaren een enorme groei heeft doorgemaakt - ooit het actief opvolgen van beleggingen zal vervangen. Actief beleggen, waarbij beslissingen worden onderbouwd door fundamentele research is de sleutel tot effectieve 'prijsvorming' - het proces waardoor markten waarde toekennen aan activa.

Alle beleggingen moeten berusten op weloverwogen beslissingen, inclusief risico-overwegingen. Op dit moment bevinden we ons op een kruispunt waar de afwegingen tussen kosten, risico's en rendement opnieuw moeten worden bekeken. De samenstelling van de huidige markten en de krachten die de toekomstige winstgevendheid van bedrijven bepalen, houden in dat de gevaren van passieve portefeuilles - in het bijzonder beleggers die onbedoelde risico's nemen - zelden groter zijn geweest.

Ongeziene marktconcentratie
De grootste indices worden steeds meer gedomineerd door minder aandelen, uit minder landen, in minder sectoren.

De Amerikaanse aandelenmarkt is momenteel goed voor 74% van de MSCI World index, de sterkste indexdominantie in minstens 55 jaar. Deze concentratie wordt gepercipieerd lager weergegeven, met de tien grootste Amerikaanse aandelen die 37% van de Amerikaanse markt uitmaken. Zelfs tijdens de technologiebubbel aan het einde van de jaren negentig was de top tien nauwelijks groter dan 25% van de S&P, dus het huidige niveau van concentratie in de VS ligt buiten de ervaringssfeer van beleggers. En natuurlijk vertegenwoordigen de grootste posities van vandaag allemaal dezelfde, eenzijdige inzet - op Amerikaanse technologie.

Dit fenomeen betreft niet alleen de VS en technologie. We zien het ook in andere regio's, industrieën en indexen. Het brengt risico's met zich mee voor alle beleggers en het vereist een actieve beheerbenadering. Markten bewegen snel: om een weloverwogen, geplande blootstelling te handhaven, moet u wendbaar zijn.

Prijs en waarde zijn niet hetzelfde: als u een wereldwijd trackerfonds kiest omdat u hebt vernomen dat dit de goedkoopste manier van beleggen is, moet u ook beseffen - en elke nacht met een gerust hart slapen - dat een groot deel van uw geld wordt belegd in een kransje bedrijven die allemaal actief zijn in aanverwante sectoren.

Disruptie langs alle kanten
Onzekerheid is een constante in mijn wereld. Ik kom nooit naar mijn werk met de gedachte dat de onzekerheid verdwenen is.

Maar de komende jaren staan we voor ingrijpende veranderingen op zowel markt- als macro-economisch niveau. Toenemende globalisering was tot op heden het thema voor het grootste deel van mijn leven, maar nu hapert het omdat protectionisme en populisme ervoor zorgen dat handels- en politieke banden verbrokkelen. Nogmaals, de obligatierentes daalden gedurende het grootste deel van vier decennia, maar nu stijgen ze weer.

De markt verandert in de manier waarop hij op signalen reageert. De uitspraken van Trump, bijvoorbeeld, of het nu zijn decreten of tweets zijn, bewegen niet noodzakelijkerwijs de aandelenkoersen: de markt negeert wat in andere periodes duidelijke signalen zouden zijn geweest.

In deze omgeving moeten beleggers flexibel blijven en inzicht hebben in de manier waarop reële beleidsresultaten de bedrijfswaarderingen zullen beïnvloeden. Dat berust op analyses van de activiteiten van bedrijven en alleen actieve beheerders doen dat werk en kunnen er voordeel uit halen.

Beleggers moeten vooruitkijken
Passief beleggen is noodzakelijkerwijs gericht op de toekomst. De aandelenpositie in een passieve portefeuille wordt alleen gerechtvaardigd door eerdere gebeurtenissen. Actief beleggen kan rekening houden met voorspelbare toekomstige risico's op de middellange en langere termijn, zoals het klimaat.

Deze bezorgdheid heeft niets te maken met woke zijn. We besteden veel middelen aan het begrijpen van klimaatrisico's en -kansen omdat we diepgaande kennis nodig hebben om de beleggingsbeslissingen te nemen die het beste rendement voor klanten opleveren. De impact van AI, naarmate het zich verspreidt over sectoren en de samenleving, laat vergelijkbare scenario's zien.

Er is nog een andere manier waarop actieve beleggers rendement kunnen boeken: door de bedrijven die ze bezitten aan te moedigen zich aan te passen aan trends die hun bedrijf kunnen ondermijnen of versterken. De kennis die we opbouwen over de bedrijven waarin we beleggen, geeft ons perspectieven en relaties die cruciaal zijn voor dit engagement. Nogmaals, het kost iets, maar het is gericht op het ontsluiten van waarde voor beleggers en is iets waar passieve fondsen niet voor zijn toegerust. 

Beleggingen aansturen om groei te ondersteunen
Tot slot een ander, maar belangrijk punt. Het volgen van een brede index doet nog meer geld vloeien naar de al duurste aandelen. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop onze wettelijke pensioenen en andere beleggingen de toekomstige groei van de economie ondersteunen. Of hoe ze dat niet doen.

Het is ontnuchterend om te bedenken dat verschillende van de Amerikaanse megacap techbedrijven - zoals Apple, Microsoft en Nvidia - elk meer waard zijn dan de totale waarde van de 100 grootste bedrijven die genoteerd staan op bijvoorbeeld de London Stock Exchange.

Als een belegger een wereldwijd trackerfonds koopt, komt het grootste deel van zijn geld terecht in de ondersteuning van werkgelegenheid, onderzoek & ontwikkeling en uiteindelijk belastinginkomsten in andere landen. Is dat echt wat we willen? Een deel van het antwoord ligt in de manier waarop we jongere generaties kunnen aanmoedigen om de vruchten te plukken van alle soorten beleggingen, terwijl ze de risico's begrijpen.