ISPT: Alleen wetgeving staat duurzame en goedkope energie voor industrie in de weg

De Tweede Kamer wil dat het kabinet meer geld stopt in TenneT, zodat de netbeheerder sneller kan investeren in de infrastructuur voor wind op zee. Die investeringen zijn nodig, maar onvoldoende. Het parlement moet het ook mogelijk maken om zogenoemde energiehubs te creëren voor de industrie aan de kust. Die maken windenergie toegankelijk én betaalbaar.
Windenergie is heel goedkoop: slechts zo’n drie cent per Kilowattuur aan de paal. Dat is wel tien keer goedkoper dan kernenergie. Maar windenergie wordt een stuk duurder doordat we het overal heen willen transporteren. Dat zorgt bovendien voor onnodige belasting van het stroomnet.
Lagere energiekosten
Het kan veel efficiënter. Veel industrie zit aan de kust, waar bedrijven de windenergie van windparken op de Noordzee vrijwel meteen kunnen gebruiken. Neem de haven van Rotterdam. Als je daar een spreekwoordelijk hek omheen zet en die bedrijven op één apart stroomnet aansluit, is de hoeveelheid energie die er over het net gaat veel lager dan wanneer er energie voor de hele regio overheen moet. Dat verlaagt de energiekosten én zorgt ervoor dat een industriegebied aan de kust 24/7 op duurzame energie kan draaien.
Als je de Rotterdamse haven zelf verantwoordelijk zou maken voor de energie in hun hub, zou het zo geregeld zijn. Maar doordat de overheid TenneT heeft aangewezen als enige netbeheerder van het hoogspanningsnet op land en zee, is het ontstaan van zulke energiehubs door samenwerkende bedrijven nu onmogelijk.
Elektrificatie
De industrie is hard bezig met elektrificatie, wat zowel voor milieu als economie goed is. Voor een industrie zonder fossiele brandstoffen is ongeveer drie keer zo veel duurzame energie nodig als we nu produceren. Hoe efficiënter we dat aanpakken, hoe goedkoper die energie. Juist nu is het belangrijk om de weg vrij te maken voor energiehubs.