Grafiek DWS: Wat betekent een groeivertraging van de Eurozone voor de aandelenmarkten?

Grafiek DWS: Wat betekent een groeivertraging van de Eurozone voor de aandelenmarkten?

Eurozone


De economische groei in een land loopt niet altijd samen met de prestaties van de aandelenmarkten in datzelfde land. Dat blijkt als je kijkt naar de economie en marktontwikkelingen in Frankrijk en Duitsland over de afgelopen twintig jaar, zegt vermogensbeheerder DWS in zijn ‘Grafiek van de Week’.

“Menig waarnemer legt graag een directe link tussen economische groeicijfers aan de ene kant, en het waarschijnlijke rendement op aandelen aan de andere. Toch blijkt de werkelijkheid vaak een stuk complexer. Zo kunnen de bedrijfswinsten in een land meer of minder groeien dan de economie in zijn geheel, of zelfs krimpen, afhankelijk van hoe de winstgevendheid van een bedrijf zich ontwikkelt. 

Vooral bij cyclische keerpunten komt dit voor. In de late fases van een economische cyclus kunnen lage werkloosheidscijfers een loondruk veroorzaken die bedrijven soms moeilijk kunnen volgen. Zo kan de economie nog een tijdje blijven groeien - of zelfs voor een korte periode oververhit raken - terwijl de winsten al afnemen. 

Daarnaast kan bij multinationals het grootste deel van de winst soms uit andere landen dan hun thuisland komen, en kunnen nationale aandelenmarkten qua sectorale samenstelling onderling erg van elkaar verschillen. 

Ter illustratie laten we in deze ‘Grafiek van de Week’ de groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en de aandelenmarkten van Frankrijk en Duitsland over de afgelopen twintig jaar zien.

Na 2002 groeide de Franse economie harder dan Duitsland, maar vanaf 2005 tot nu kende het land een betrekkelijke vertraging. Toch wist Frankrijk zich beter te handhaven tijdens de Grote Recessie in 2009. Duitsland kon uiteindelijk weer aanhaken om Frankrijk in 2014 opnieuw te overstijgen. 

Daarentegen presteerden Franse aandelen tot laat in 2006 (gemeten volgens de MSCI-indices van beide landen) beter dan de benchmark, om daarna een lange neergang in te zetten. Die trend is pas de afgelopen twee jaar weer gekeerd en wel op het moment dat de Franse economie de Duitse voorbij begon te streven.

De patronen in de aandelenmarkten van beide landen weerspiegelen zowel de economische groei als de bedrijfswinsten. De economie en de aandelenmarkt van Duitsland zijn veel meer afhankelijk van cyclische exportgoederen, waarbij de maak- en grondstoffenindustrieën een groot gewicht hebben. Ook de financiële sector weegt op de beurs van Frankfurt relatief zwaarder door dan op die van Parijs. 

De Franse markt is dan weer aantoonbaar evenwichtiger en defensiever vanwege het grote gewicht van consumentengoederen met een hoge marge. Het gewicht van die sterke Franse merknamen is van belang omdat zij in tijden van dreigende groeivertragingen een grote vraag laten zien.

Dit alles toont aan dat beleggers erg voorzichtig moeten zijn om de economische groei van een land door te trekken naar de prestaties van de aandelenmarkten in datzelfde land.”