Han Dieperink: Het opsplitsen van bedrijven

Han Dieperink: Het opsplitsen van bedrijven

Han Dieperink

Veel techbedrijven hebben een natuurlijk monopolie. Daarom zien toezichthouders het opsplitsen van zo’n bedrijf als mogelijke oplossing. De ervaring leert dat dit goed is voor de zittende aandeelhouder.

Door Han Dieperink, geschreven op persoonlijke titel

Een monopolie bij techbedrijven is vaak het gevolg van het fenomeen disruptieve innovatie. Zo’n innovatie verstoort de hele markt, omdat het geleverde product een waarde biedt dat geen ander product of technologie heeft, vaak ook nog eens in combinatie met lagere kosten en meer gemak voor de eindgebruiker. Voor toezichthouders die waken voor te veel marktmacht is het lastig om zo’n bedrijf aan te pakken. Ze leveren immers een product dat goedkoper en beter is dan de concurrentie. Toch hebben dergelijke monopolies sterk de neiging om te voorkomen dat er nieuwe toetreders bijkomen. Dit doen ze door bijvoorbeeld voortdurend zelf te innoveren, maar ook door specifiek kleinere bedrijven met de juiste kennis over te nemen. In de afgelopen jaren zijn er verschillende maatregelen getroffen om de macht van de grote techbedrijven te doorbreken. Vaak zonder veel resultaat, want de ontwikkeling van de technologie gaat nu eenmaal sneller dan een zorgvuldig juridisch proces bij de overheid. Daarom dreigt men nu over te gaan tot de volgende stap: het opsplitsen van bedrijven.

Het is niet voor het eerst dat bedrijven door toezichthouders worden opgesplitst. In 1911 werd Standard Oil, het bedrijf van John D. Rockefeller, opgesplitst. Standard Oil had tot 1911 een nagenoeg monopolie op de Amerikaanse oliemarkt, maar werd opgesplitst in maar liefst 34 bedrijven. Bij de ontmanteling had Rockefeller een kwart van alle aandelen van deze bedrijven in bezit. Door de opsplitsing verdubbelde de waarde van deze bedrijven snel, waardoor Rockefeller de rijkste man ter wereld werd. Veel van deze 34 bedrijven zijn door fusies en overnames later weer samengevoegd. Denk aan ExxonMobil, ConocoPhillips en Chevron. Andere onderdelen kwam terecht bij BP en Shell.

In 1983 werd AT&T opgesplitst. Dit bedrijf was ontstaan uit The Bell Company en gedurende 100 jaar was AT&T een monopolie. Er werkten toen meer dan een miljoen mensen bij het bedrijf. Het bedrijf werd opgesplitst in Ma Bell (het huidige AT&T) en de regionale Baby Bells. Ook hier volgden na de opsplitsing verschillende fusies en overnames. Niet alleen consumenten profiteerden van de opsplitsing, maar ook aandeelhouders profiteerden van wat achteraf bekend staat al de meest succesvolle spin-offs ooit.

Nu fungeert het opsplitsen van Ma Bell als een blauwdruk voor de opsplitsing van bijvoorbeeld Google. Waar AT&T een monopolie had op telecomgebied, heeft Google volgens de toezichthouder een monopolie op het gebied van zoekmachines. Ironisch genoeg heet de rechter die over de zaak gaat Amit Mehta, niet te verwarren met Meta, de moeder van Facebook en Instagram. De opsplitsing moet dit keer worden gerealiseerd door de Chrome Browser, de Play app store en het Android OS af te splitsen. Daardoor zou Google haar voorsprong op concurrenten verliezen. Of dat lukt is nog maar de vraag. Google beschikt over veel privacygevoelige gegevens en die mogen niet gedeeld worden met de concurrentie. Het zijn wel gegevens waarmee Google een voorsprong kan krijgen op het gebied van kunstmatige intelligentie. Verder zullen de Amerikanen niet hun tech-iconen laten vallen zodat de Chinezen het roer kunnen overnemen. Aandeelhouders zien de waarderealisatie van de som-der-delen wel zitten. Lang leve de vrije markt.

 

 

 

Attachments